7.2. Een nieuw werktuig instellen
1. Selecteer bij stap 5 hierboven ECU-TYPE, selecteer ISOBUS,
bevestig vervolgens uw keuze en selecteer Volgende.
2. Selecteer WERKTUIGSTURING en selecteer de gewenste optie:
Alleen indelingsregeling
o
Sectieregeling en snelheidsregeling
o
Alleen snelheidsregeling, of
o
Geen regeling (alleen logregistratie)
o
3. Bevestig uw keuze en selecteer Volgende.
4. Selecteer WERKTUIGFUNCTIE en selecteer de meest geschikte
optie van de keuzelijst.
5. Zorg ervoor dat de werktuig-ECU aangesloten is, selecteer ECU-
TOEWIJZING en selecteer de gewenste ECU uit de keuzelijst.
Selecteer Willekeurige ECU indien de specifieke ECU niet wordt
vermeld.
6. Als op het scherm wordt gemeld dat de instelling voltooid is,
bevestigt u dit.
De display wordt opnieuw gestart en het scherm ECU-instellingen
wordt weergegeven.
ECU-instellingen wijzigen (ISOBUS)
U kunt de toegewezen ECU wijzigen zodra de werktuigen volledig in het
systeem zijn ingesteld.
1. Selecteer Werktuig
116
/ECU
/Instellingen
.