17.2. Universele terminal (ISOBUS) gebruiken
De schermen verschillen naargelang de ISOBUS-apparatuur.
Opent het Aux-N-toewijzingsvenster (zie
instellen, pag.
Gaat naar de vorige invoer of knop.
Gaat naar de volgende invoer of knop.
Doorloopt de aangesloten UT-werksets.
Verlaat een bewerking of erkent een UT-alarm indien aanwezig.
Activeert de gemarkeerde invoer of knop.
250
92).
Hulpregeleenheid