Wat te doen, als ...
Probleem
De oven wordt niet
warm.
De pyrolyse functio-
neert niet.
De deur van de oven is
vergrendeld.
De ovenverlichting valt
uit.
Wanneer u de storing met de hierboven gegeven aanwijzingen niet
heeft kunnen verhelpen, wendt u zich dan tot uw vakhandelaar of
de klantenservice.
Waarschuwing: Reparaties aan het apparaat mogen alleen worden uit-
1
gevoerd door erkend vakpersoneel! Door ondeskundige reparaties kan
er aanzienlijk gevaar voor de gebruiker ontstaan.
Bij foutieve bediening kan het bezoek van de monteur van de klanten-
service of van de vakhandelaar ook tijdens de garantieperiode niet kos-
teloos geschieden.
In verband met het koele front van uw apparaat kan er zich, na het
3
openen van de ovendeur tijdens of kort na het bakken of braden, gedu-
rende korte tijd condens vormen op de binnenkant van het deurvenster.
Mogelijke oorzaak
De oven is niet ingeschakeld. Oven inschakelen.
De dagtijd is niet ingesteld.
De noodzakelijke instellin-
gen zijn niet doorgevoerd.
De veiligheidsuitschakeling
van de oven is geactiveerd.
De zekeringen van de elektri-
sche installatie (zekeringen-
kast) zijn doorgeslagen.
De ovenwagen is niet verwij-
derd.
Het apparaat is niet aange-
sloten; de deurvergrendeling
is geactiveerd.
Het ovenlampje is kapot.
Oplossing
Dagtijd instellen.
Instellingen controleren.
Zie Veiligheidsuitschakeling.
Controleer de zekeringen.
Wanneer de zekeringen her-
haald doorslaan, dient u con-
tact op te nemen met een
erkend elektromonteur.
Ovenwagen verwijderen.
Sluit het apparaat aan en
wacht ten minste 10 secon-
den tot het rode tempera-
tuur-controlelampje dooft.
Vervang het ovenlampje (zie
Reiniging en onderhoud).
55