Aanwijzingen bij de braadtabel
3
In de tabel treft u aanwijzingen aan voor de ovenfunctie, de tempera-
tuurinstelling, de braadtijd en het inzetniveau voor diverse vleessoor-
ten. De aangegeven waarden zijn slechts richtlijnen.
• Wij bevelen u aan om vlees en vis pas bij hoeveelheden groter dan
1 kg in de oven te bereiden.
• In het algemeen is de functie boven-/onderwarmte O bijzonder ge-
schikt voor zeer mager vlees, vis en wild. Voor alle andere vleessoor-
ten (speciaal gevogelte) bevelen wij de functie infratherm-braden I
aan.
• Om het inbranden van druppelend vleessap of vet te voorkomen, be-
velen wij aan om wat vocht in de braadpan te gieten.
• Het gebraad indien nodig (na 1/2 - 2/3 van de gaartijd) omkeren.
Tip: Grote stukken vlees en gevogelte tijdens het braden diverse malen
3
met het braadsap begieten. Daardoor verkrijgt u een beter resultaat.
Zet de oven ongeveer 10 minuten voor het einde van de bereidingstijd
2
uit om zo de nawarmte optimaal te benutten.
38