Bedrijf
Starten van de Motors
Plaatsnemen op de bestuurdersplaats en veiligheidsgordel bevestigen.
Sleutel in de startschakelaar (1) steken en in de stand RUN
draaien.
De machine is voorzien van een diefstalbeveiliging.
Als een verkeerde sleutel gebruikt wordt, brandt de
controlelamp sleutel uittrekken op het weergave- en
bedieningspaneel. De machine kan niet worden ge-
start.
Indien zich metalen delen zoals bijv. sleutelring of an-
dere sleutels aan de sleutelbos hangen kan dat tot
startproblemen leiden.
Alle controlelampen op het instrumentenpaneel gaan kort branden.
Nadat de controlelamp Voorgloeien (1) is uitgegaan, kan de motor
worden gestart
De controlelamp lading (2) brandt en gaat uit, nadat de motor is
aangesprongen.
De controlelamp motoroliedruk (3) brandt en gaat uit, nadat de mo-
tor is aangesprongen.
Als de controlelampen in de startschakelaarstand RUN niet gaan
branden, de sleutel uittrekken en bevoegd personeel raadplegen.
Voorwaarde voor het starten van de motor:
1.
De neutrale stand wordt in de rijrichtingweergave getoond.
2.
De controlelamp parkeerrem brandt.
3.
De bedieningshendel staat in de neutrale stand.
4.
De extra-circuithendel staat in de neutrale stand.
Startschakelaar in stand START draaien en houden, totdat de
motor aanspringt; vervolgens startschakelaar loslaten.
Controleren of het stuur en de pedaaldruk op het
kruip- en rempedaal normaal werken. Als de
STOP
stuurspeling of de pedaalspeling opvallend groot is,
zet de machine dan veilig uit en neem contact op met
uw KUBOTA-dealer.
Controleren of de controlelampen Lading en Motoroliedruk uit zijn.
Zolang de motor de bedrijfstemperatuur niet bereikt heeft, mag hij niet tegen hoge toerentallen of onder volledige
belasting draaien. Als de temperatuur van de hydraulische olie te laag is, dan kan de functie van de hydrauliek of
van de sensoren beïnvloed worden.
Motor ca. 10 minuten warm laten lopen, totdat de bedrijfstemperatuur bereikt is.
R5515-8144-6
01/2018
81