Bedrijf
Displaykeuzeschakelaar (2) indrukken, om de getalswaarde te verhogen.
Om de instelling van de klok op te slaan en om te beëindigen, opnieuw displaykeuzeschakelaar (2) indrukken
en ingedrukt houden.
Indien de accu van het stroomcircuit wordt gescheiden, worden de gegevens van de klok gewist. Na
herinbedrijfstelling knippert de controlelamp "Klok instellen" en maant tot opnieuw instellen van de
klok.
Machine inrijden
Gedurende de eerste 50 bedrijfsuren moet in elk geval op de navolgende punten worden gelet:
Machine bij een middelmatig motortoerental en een lage belasting warmrijden, en niet aan stationair toerental
warm laten lopen.
Machine niet meer dan nodig belasten.
Bijzondere onderhoudsaanwijzingen
Materiaalschade door verontreinigde smeerolie!
De smeerolie speelt een erg belangrijke rol bij het inrijden van de machine. De beweeglijke onderde-
len zijn nog niet ingelopen en veroorzaken tijdens de eerste bedrijfsuren veel fijne metaalpartikels,
die in de smeerolie terechtkomen. Door een tijdstondige olievervanging worden de afgesleten me-
taalpartikels verwijderd, wordt materiaalschade verhinderd en wordt de levensduur van de onderde-
len vergroot.
- Olievervangingsintervallen in acht nemen en uitvoeren!
De wielbouten na de eerste 50 bedrijfsuren controleren en met het juiste aanhaalmoment aandraaien
(blz. 155).
Werkzaamheden bij dagelijks gebruik
De machine moet op een effen ondergrond zijn voor het uitvoeren van de werkzaamheden. De motor
moet uitgeschakeld zijn, de parkeerrem moet zijn aangetrokken en de hulpstukken moeten zich op
de grond bevinden.
Motorkap openen (blz. 150). De motorkap na beëindigen van werkzaamheden sluiten.
Linkerzijafdekking openen (blz. 150). Zijklep na beëindigen van de werkzaamheden sluiten.
Rechterzijafdekking openen (blz. 150). Zijklep na beëindigen van de werkzaamheden sluiten.
Visuele controle
Controleren of er duidelijke beschadigingen, losse schroefverbindingen en lekken zijn aan de machine.
Vergrendeling van het hulpstuk controleren (blz. 102).
Controleren of er zich opgehoopt vuil in de buurt van de onderdelen, bijv. motor, uitlaatdemper, uitlaatspruit-
stuk- en uitlaatpijpen bevindt, en evt. verwijderen.
Controleren of er bladeren, stro, dennennaalden, takjes, schors en andere brandbare materialen zijn, en evt.
verwijderen.
Veiligheidsinstructies (sticker) op de machine controleren. Deze moeten volledig en goed leesbaar zijn
(blz. 18).
U ervan verzekeren dat de noodhamer beschikbaar is bij de cabineversie (blz. 29).
R5515-8144-6
01/2018
67