Onderhoud
Koelvloeistofslangen en slangkleppen - Controleren
Controle alleen met koude motor uitvoeren, er bestaat verbrandingsgevaar!
STOP
Motorkap openen (blz. 150).
Alle koelvloeistofslangen (1) aan motor en van koeler resp. van
warmteblazer (cabine-uitvoering): toestand (scheuren, uitbol-
lingen, verharde plekken), dichtheid en vaste zitting van klem-
men (2) controleren.
Beschadigde onderdelen moeten worden hersteld resp. ver-
vangen.
Motorkap sluiten.
Brandstofleidingen en luchtaanzuigslangen - Controleren
Motorkap openen (blz. 150).
Alle bereikbare brandstofleidingen (2), luchtaanzuigslangen (1)
en klemmen (3) op toestand en goede bevestiging controleren.
Beschadigde onderdelen moeten worden hersteld resp. ver-
vangen.
Motorkap sluiten.
R5515-8144-6
01/2018
163