Bedieningsconcept
Parametervelden
Elk parameterveld bevat real-time waarden van
een parameter en een combinatie van de volgende
gegevens:
– Parameterlabels (inclusief dynamische drukla-
bels)
– Alarmgrenzen (of doorgekruiste driehoeksymbo-
len wanneer de alarmfuncties zijn gedeactiveerd)
– Meeteenheden (kunnen worden geacti-
veerd/gedeactiveerd)
– ECG-hartbliep (en pacemakerbliep voor
gepacete pulsen), RRi-bliep en SpO
– Tijdstempels
– Afteltimers en tijdstempels voor de niet-invasie-
ve bloeddruk
– Speciale bronlabels (bijvoorbeeld PLS voor een
hartfrequentiesignaalbron voor pulsoxymetrie)
– Parameterspecifieke berichtvelden voor de
niet-invasieve bloeddruk en SpO
De hoeveelheid informatie op een scherm heeft in-
vloed op de weergave van het parameterveld. Het
volgende diagram toont bijvoorbeeld een typisch uit-
gebreid SpO
-parameterveld wanneer er voldoende
2
ruimte beschikbaar is voor het grotere parameter-
veld. De waarde van de primaire parameter (A) wordt
groter weergegeven dan de andere onderliggende
parameters, die onder elkaar worden weergegeven
(B, C). De parameterlabels (D) worden boven de res-
pectievelijke parameterwaarden weergegeven.
D
A
52
-bliep
2
2
D
B
D
C
Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Bewakingstoepassingen VG2
In het volgende voorbeeld ziet u hoe hetzelfde pa-
rameterveld er anders uitziet als het hoofdscherm
meer parameters bevat. Elk parameterveld heeft
minder ruimte voor de weergave van de inhoud. De
waarde van de primaire parameter (A) wordt nog
steeds groter weergegeven dan de onderliggende
parameters (B, C), die nu allemaal op één regel
worden weergegeven. De parameterlabels (D) wor-
den nog steeds boven de respectievelijke parame-
terwaarden weergegeven.
D
A
Wanneer een parameter in alarm is, knippert het pa-
rametervenster in de kleur van de alarmprioriteit en
verschijnt er een overeenkomstige alarmboodschap
in de bovenste schermbalk (zie "Probleemoplossing"
op pagina 407). De parametervelden die voor elke pa-
rameter op de Cockpit worden weergegeven, worden
gedetailleerd beschreven in elk parameterhoofdstuk.
Curven
De Cockpit geeft minimaal 6 seconden aan curve-
gegevens weer per curvekanaal met een curvesnel-
heid van 25 mm/s wanneer er geen dialoogvensters
open zijn. De hoeveelheid weergegeven curven
hangt af van de grootte van de Cockpit.
Wanneer de curveoptie is geactiveerd, kunnen er
op de Cockpit tot 16 curven worden weergegeven.
D
D
B
C