Cardiac Output (C.O.)
Een meting in de Auto-interval-modus starten
1 Druk op de starttoets voor de hartfunctie (A) op
de MPod – QuadHemo of de Hemo4/Hemo2.
of
Selecteer de toets Start C.O. op de pagina
Procedures... > C.O. (zie pagina 309).
OPMERKING
Indien de Start C.O.-toets als zodanig is geconfi-
gureerd, is deze ook toegankelijk via de hoofdme-
nubalk. Zie pagina 356 voor meer informatie.
MPod – QuadHemo
Hemo2 pod
306
A
A
Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Bewakingstoepassingen VG2
Hemo4 pod
2 Wacht totdat er een toon klinkt en het bericht
Injecteer indien gereed verschijnt om aan te
geven dat er een stabiele bloedtemperatuur
is gevonden. Verricht geen injectie voordat het
bericht Injecteer indien gereed verschijnt.
3 Injecteer de zouthoudende oplossing in de
bloedstroom. Er verschijnt een thermodilutie-
curve, die de verandering in bloedtemperatuur
weergeeft. Als de bloedtemperatuur onstabiel
wordt, wordt de meting automatisch geannu-
leerd. Als er geen temperatuursdaling wordt ge-
vonden, stopt de curve en verschijnt het bericht
%0 Geen temperatuur verandering.
4 Herhaal stap 2 om extra metingen te nemen
of een meting te herhalen, en zorg ervoor dat
u wacht op het bericht Injecteer indien gereed.
Op de pagina Procedures... > C.O.
(zie pagina 309) worden maximaal vijf hartfunc-
tiemetingen opgeslagen. Elk waardenpaneel is
aanraakgevoelig. Hierdoor kunt u een waarde
opnemen in of uitsluiten van de berekening van
het gemiddelde. Elke waarde met een kruis er-
door is van het gemiddelde uitgesloten. Als u het
paneel opnieuw aanraakt, verschijnt de waarde
opnieuw en wordt deze in het gemiddelde opge-
nomen.
Zie pagina 308 om het hartfunctiegemiddelde
op te slaan.
A