Een aangepaste weergave wijzigen
OPMERKING
Hoewel op de Cockpit veel parameters en curven
kunnen worden weergegeven, dient u zorgvuldig
te werk te gaan om te voorkomen dat klinisch be-
langrijke informatie verborgen of onleesbaar wordt.
1 Open de pagina Weergave editor
(zie pagina 358).
2 Selecteer de pijltoets naast het veld Weergave
(A) en selecteer de weergave die u wilt wijzigen.
OPMERKING
U kunt alleen aangepaste weergaven wijzigen.
Dräger-weergaven kunnen niet worden gewijzigd.
Een weergavelabel die cursief wordt weergege-
ven en wordt gevolgd door een sterretje geeft
een weergave aan die is gewijzigd maar waar-
voor de wijzigingen nog niet zijn opgeslagen.
3 Selecteer de pijltoets naast het veld Sjabloon
(B) om een layout-sjabloon te selecteren (D) die
bestaat uit verschillende panelen die illustreren
hoe de basislayout van het scherm eruit gaat zien.
4 Raak een deelvenster van de geselecteerde
layout-sjabloon aan om een inhoud te selecteren.
Het volgende pop-upvenster Inhoud verschijnt.
Inhoud
5 Selecteer de bovenste pijltoets (G) in het pop-up
venster Inhoud om een van de volgende inhouden
toe te wijzen aan het geselecteerde paneel:
– Parameters
– Curven
– Toepassingen
6 Selecteer de onderste pijltoets (H) in het pop-up
venster Inhoud om aanvullende instellingen te
selecteren. Als u in stap 4 bijvoorbeeld Curven
hebt gekozen, kunt u nu de ECG-afleiding voor
weergave selecteren.
Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Bewakingstoepassingen VG2
7 Herhaal stap 4 en 5 voor alle deelvensters in de
geselecteerde layout-sjabloon.
8 Selecteer het symbool
veld Weergave opslaan (zie de afbeelding
op pagina 358) om de wijzigingen onder de
bestaande naam op te slaan.
of
Selecteer het symbool
(A) om een toetsenbord te openen waarmee u de
naam van de huidige weergave kunt wijzigen.
Een weergave toewijzen aan profielen
U kunt een weergave toewijzen aan een profiel nadat
u een weergave hebt gewijzigd of op elk gewenst
moment daarna.
1 Open de pagina Weergave editor
(zie pagina 358).
2 Selecteer de pijltoets naast het veld Weergave
(A) om de weergave te kiezen die u wilt toewijzen
aan profielen (als deze nog niet is geselecteerd).
3 Selecteer de toets Profielen... (F) om het pop-up
venster Voeg aan profiel toe weer te geven.
4 Selecteer de toets Draeger weergaven of Spe-
ciale weergaven onder de kolom Volwassen,
Pediatrisch of Neonaat. Er verschijnt een extra
pop-up venster met daarin de profielen die zijn
opgeslagen in de geselecteerde categorie.
G
5 Selecteer zoveel profielen als u wilt waaraan u de
huidige geselecteerde weergave wilt toewijzen.
H
6 Selecteer OK.
Systeemconfiguratie
(G) naast het
naast het veld Weergave
359