ECG, aritmie en ST-segment
– ST-verandering in vectorgrootte (STCVM) – de
grootteverandering (mm of mV) tussen de hui-
dige ST-vector en de ST-vector op het laatste
referentiemoment. STCVM-waarden vertonen
ook een wijziging in de plaats van de ST-vector
in de loop van de tijd.
Lead-kabelsets aansluiten voor ST-bewaking
Voor ST-bewaking worden de volgende afleidings-
configuraties gebruikt voor elke beschikbare ST-
bewakingsmodus:
– Standaard-ST-bewaking – hierbij worden de
standaard 3-, 5- en 6-afleidingen kabelsets ge-
bruikt. Zie de diagrammen op pagina 188 en
verder voor meer informatie.
ST-weergave
Wanneer de ST-alarmen zijn geactiveerd, alarmeert
de Cockpit voor alle ST-leads, ongeacht of deze wor-
den weergegeven. In beide gevallen knippert het ST-
parameterveld en wordt de afleiding die alarm slaat,
in de kopbalk geïdentificeerd.
Wanneer ST-bewaking is geactiveerd, worden de
huidige ST-waarden weergegeven in een afzonder-
lijk parameterveld onder het parameterveld voor
hartfrequentie.
OPMERKING
In het volgende diagram ziet u een gangbare in-
deling van een parameterveld. De indeling kan
veranderen als er aanvullende parameters wor-
den weergegeven. Zie "Parametervelden" op
pagina 52 voor meer informatie.
206
Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Bewakingstoepassingen VG2
ST monitoring activeren of deactiveren
U kunt ST-bewaking te allen tijde op de volgende
manier activeren/deactiveren:
Selecteer het parameterveld voor hartfrequen-
tie om de pagina ECG rechtstreeks te openen.
of
1 Selecteer Sensor parameters... in de hoofd-
menubalk.
2 Selecteer het tabblad ECG om de pagina ECG
te openen.
3 Selecteer het tabblad ST-instell..
4 Selecteer Aan or Uit naast ST-bewaking.
– TruST – biedt ST-bewaking met 12 afleidingen
via een 6-afleidingen kabelset (zie pagina 181).
– 12-afleidingen ST-bewaking – gebruikt de stan-
daard-ECG-configuratie met 12 afleidingen met
een kabelset voor 6 afleidingen plus een kabel-
set voor 4 afleidingen (zie pagina 181).
In parametervelden worden parameterwaarden ge-
rapporteerd en wordt de alarmstatus van parame-
ters aangegeven. In parametervelden kunnen ook
technische omstandigheden zoals losgeraakte
sensors e.d. worden gerapporteerd. Zie het hoofd-
stuk "Probleemoplossing" op pagina 407 voor ge-
detailleerde informatie over de inhoud van parame-
tervelden voor elke parameter.