Voorzorgsmaatregelen bij niet-invasieve bloeddruk
WAARSCHUWING
Snelle, langdurige cycling van niet-invasieve
drukmetingen zijn soms in verband gebracht
met petechia, ischemie, purpura of neuropa-
thie. Zorg ervoor dat de manchet juist is be-
vestigd en controleer regelmatig de plaats
waar deze is aangebracht om te voorkomen
dat de druk van de manchet de bloedcirculatie
belemmert.
WAARSCHUWING
Obstructies kunnen ertoe leiden dat de manchet
onjuist wordt opgeblazen en onjuist leegloopt,
met onnauwkeurige meetresultaten als gevolg.
Controleer de slang en manchet op beschadi-
ging en vuil. Laat de slang en manchet niet in
aanraking komen met vloeistoffen, en voorkom
dat ze worden samengedrukt of geknikt.
WAARSCHUWING
Plaats de manchet niet op verwonde of open
huid omdat het weefsel door de druk van de
manchet verder beschadigd kan raken.
WAARSCHUWING
Plaats de manchet niet op een been of arm met
een intra-arteriële infuuslijn of een vasculaire
prothese omdat de manchetcompressie een
adequate perfusie belemmert.
WAARSCHUWING
Voor precieze niet-invasieve bloeddrukmetin-
gen moeten, op grond van de omtrek van de
arm van de patiënt, de juiste grootte en het
juiste type bloeddrukmanchet worden gese-
lecteerd. De verkeerde maat manchet, of man-
chetten buiten de serie of maat, gefabriceerd
door Dräger, kunnen onjuiste metingen ver-
oorzaken. Gebruik alleen door Dräger toege-
stane manchetten, en verzeker u ervan dat de
juiste maat voor iedere patiënt wordt gebruikt.
Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Bewakingstoepassingen VG2
Niet-invasieve bloeddruk (NIBP)
WAARSCHUWING
Sluit nooit pneumatische connectors aan op
een intravasculair systeem om de kans op het
pompen van lucht in de bloedvaten van de pa-
tiënt te reduceren.
WAARSCHUWING
Voordat u begint met de bewaking van neona-
ten en jonge kinderen:
– Kies de juiste manchetgrootte en -slang.
– Selecteer de patiëntcategorie Neonataal of
Pediatrisch, als dat nog niet is gebeurd. Dit
zorgt voor de juiste opblazing voor neonaten,
jonge kinderen en pediatrische patiënten.
OPMERKING
De nauwkeurigheid van het oscillometrische
bloeddruksignaal kan onder de volgende omstan-
digheden afnemen (met inbegrip van volledig ver-
lies van meting):
– zwakke pulsen
– onregelmatige pulsen
– artefacten door beweging van de patiënt
– artefacten door beving
– respiratoire artefacten
– pulsen, opgewekt door een apparaat voor
ventriculaire hulp
OPMERKING
Een systolische bloeddruk die hoger is dan de
huidige hoge opblaasgrens, kan het bericht acti-
veren dat de inflatielimiet voor niet-invasieve
bloeddruk laag is. Wanneer dit bericht verschijnt,
moet u de bloeddruk van de patiënt handmatig
controleren.
265