Alarmen
Alarminstellingen wijzigen voor één parameter
In de onderstaande stappen verwijzen de letters
tussen haakjes naar het diagram van de pagina
voor parameterspecifieke instellingen.
WAARSCHUWING
Wanneer u alarmgrenzen instelt op extreme
waarden, kan dat verhinderen dat bepaalde
alarmcondities worden gedetecteerd en aan-
gekondigd met akoestische en optische
alarmsignalen.
De alarminstellingen configureren
1 Selecteer Sensor parameters... op de hoofd-
menubalk.
2 Selecteer de gewenste parametertab (bijvoor-
beeld ECG).
of
Selecteer het parameterveld om direct naar
de parameterinstelpagina te gaan.
118
Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Bewakingstoepassingen VG2
3 Selecteer de toets Alarm aan/uit (A) om alarmbe-
waking te activeren of deactiveren. Er verschijnt
een driehoek met een kruis erdoor in het parame-
terveld als alarmbewaking is gedeactiveerd.
OPMERKING
Als de Franse NFC modus is geactiveerd
(zie pagina 374), kunt u de HF-alarmen niet
deactiveren.
4 Selecteer de insteltoets (C) om de bovenste
alarmgrenzen aan te passen.
5 Selecteer de insteltoets (D) om de onderste
alarmgrenzen aan te passen.
6 Selecteer een van de volgende instellingen
voor de toetsen Archief (E) om te bepalen
wat er in reactie op een alarm gebeurt:
– Uit – er worden geen gebeurtenissen opge-
slagen en er worden geen registraties ge-
maakt.
– Opslaan – hiermee wordt de gebeurtenis
voor later gebruik opgeslagen
(zie pagina 128).
– Registreren – hiermee wordt een tijdge-
bonden registratie gemaakt.
– Opsl/Reg – hiermee wordt een gebeurtenis
voor later gebruik opgeslagen en wordt er
een tijdgebonden registratie gegenereerd.