Bedieningsconcept
Communicatie tussen de M540 en de Cockpit
De communicatie tussen de M540 en de Cockpit
start zodra de M540 is gekoppeld op de M500 (zie
pagina 81). De M540 haalt fysiologische signalen
van de patiënt op en geeft ze voor weergave door
naar de Cockpit. Via de Cockpit worden de patiënt-
gegevens vervolgens op het Infinity-netwerk be-
schikbaar gemaakt.
Wanneer de M540 is gekoppeld, neemt de Cockpit
de aankondigingen van alle akoestische alarmsig-
nalen voor zijn rekening. Alarmen worden echter al-
tijd optisch gemeld op de Cockpit en op de M540.
Wanneer de M540 wordt losgekoppeld voor trans-
port, geeft deze akoestische alarmsignalen. Boven-
dien kan het ICS de aankondigingen van akoesti-
sche alarmsignalen voor een M540 op draadloos
transport voor zijn rekening nemen.
OPMERKING
Als u wilt dat alarmen ook hoorbaar zijn op de
M540 wanneer deze is gekoppeld, stelt u het
alarmtoonvolume op de M540 handmatig in.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de M540
voor meer informatie.
De enige uitzonderingen zijn Cockpit-specifieke
alarmberichten, zoals Extern apparaat losgekop-
peld waarvoor de M540 geen akoestische en opti-
sche alarmsignalen meldt.
Wanneer de M540 is gekoppeld, worden alle wijzi-
gingen die op de Cockpit in patiëntinstellingen wor-
den gemaakt (zoals alarmgrenzen) automatisch
overgedragen naar de M540 (en omgekeerd).
OPMERKING
Als de M540 niet kan communiceren met de Cockpit,
laat de Cockpit een alarm horen. Verder wordt er via
het netwerk een alarm uitgezonden naar het Infinity
CentralStation (ICS) om aan te geven dat de com-
municatie is verbroken, op voorwaarde dat de pa-
tiënt daar is opgenomen. De M540 blijft de patiënt
bewaken.
38
Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – Bewakingstoepassingen VG2
De M540 koppelen
Zodra de M540 in de M500 is gekoppeld, gebeurt
er het volgende op de Cockpit:
– Het bericht Koppelen aan M540 verschijnt
in het midden van het Cockpit-scherm.
– Via de Cockpit worden de gegevens van de M540
op het Infinity-netwerk beschikbaar gemaakt.
OPMERKING
Als u een M540 koppelt met een andere patiëntca-
tegorie dan de categorie die is geselecteerd op de
Cockpit, wordt de patiëntcategorie-instelling van de
Cockpit aangepast aan de instelling van de M540.
Koppelen op dezelfde Cockpit
Als u een M540 ontkoppelt van een Cockpit en de
M540 later opnieuw op dezelfde Cockpit koppelt,
wordt de gegevensverzameling naadloos voortge-
zet. De Cockpit haalt automatisch alle gegevens op
die de M540 tijdens het patiënttransport heeft ver-
zameld, en voegt deze samen met de gegevensset
voor de betreffende patiënt.