Alarmen
Vergrendelend en niet-vergrendelend alarmgedrag
Wanneer een alarmconditie niet langer bestaat,
gedragen de hoorbare en zichtbare alarmsignalen
zich op een van de volgende twee
– De alarmsignalen stoppen automatisch
wanneer de alarmconditie niet langer bestaat.
Dit type alarm wordt aangeduid als een niet-
vergrendelende alarmconditie.
– De alarmsignalen houden aan totdat u de
alarmgebeurtenis bevestigt, ook al bestaat de
alarmconditie niet meer. Dit type alarm wordt
aangeduid als een vergrendelende
alarmconditie.
Over het algemeen zijn alarmen met een hoge
prioriteit vergrendelende alarmcondities, terwijl
alarmcondities met een lage prioriteit niet-
vergrendelend zijn. Uitzonderingen op dit
alarmgedrag worden vermeld op pagina 80.
De alarmprioriteit van een vergrendelende
alarmconditie bepaalt hoe de alarmsignalen zich
gedragen wanneer de alarmconditie niet langer
bestaat:
– Een vergrendelende alarmconditie met een
hoge prioriteit wordt kenbaar gemaakt met de
gebruikelijke hoorbare en zichtbare
alarmsignalen (zie "Zichtbare alarmsignalen"
op pagina 76).
– Een vergrendelde alarmconditie met een
matige alarmprioriteit wordt in rang verlaagd tot
een statusbericht, dat in de kopbalk verschijnt.
De alarmkop knippert niet, en er zijn geen
hoorbare alarmsignalen.
74
manieren:
Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System - Bewakingstoepassingen SW VG1
Een vergrendelende alarmconditie bevestigen
Selecteer een van de volgende twee toetsen:
– De gele toets op het voorpaneel van
de Cockpit
– De toets op het voorpaneel van de
M540.
of
– Selecteer de knop Alle alarmen Uit/Alle
alarmen gepauzeerd (de naam en functie van
de knop hangen af van de configuratie van de
Cockpit, zie pagina 288). Druk in de
hoofdmenubalk op het symbool voor snelle
toegang naast de knop Alarmen... om de knop
toegankelijk te maken.
De vergrendelde alarmsignalen worden gewist en
alle hoorbare en zichtbare alarmsignalen
verdwijnen.
Meerdere alarmcondities
Wanneer er meerdere alarmcondities zijn, melden
de Cockpit en de M540 de recentst gedetecteerde
alarmconditie met de hoogste prioriteit. Wanneer er
diverse alarmcondities tegelijkertijd optreden,
knipperen de parametervakken voor alle
alarmerende parameters. De alarmconditie met de
hoogste prioriteit bepaalt welk hoorbaar
alarmsignaal er wordt gegenereerd, hoe de
alarmbalk en het parametervak verschijnen en welk
alarmbericht in de kopbalk wordt weergegeven.