Impedantierespiratie (RFi)
Modi voor meting van ademhaling
De volgende modi voor ademhalingsmeting zijn
beschikbaar:
– Auto (standaard) – wordt meestal gebruikt voor
patiënten met een regelmatig
ademhalingspatroon. Hiervoor wordt de
optimale waarde voor ademhalingsdetectie
gebruikt zoals berekend aan het begin van de
ademhalingsbewaking.
– Handmatig – wordt gebruikt voor volwassen of
pediatrische patiënten met een
ademhalingspatroon dat excessief veel variatie
vertoont, of voor neonaten met onregelmatige
ademhalingsritmes en bij wie de
ademhalingssignalen anders niet betrouwbaar
kunnen worden beoordeeld. De M540 stelt niet
zelf een drempelwaarde voor
ademhalingsdetectie aan het begin van de
ademhalingsbewaking in. In plaats daarvan
wordt de gevoeligheid voor
ademhalingsdetectie van de monitor aangepast
door de wijzigingen die u in de curvegrootte
aanbrengt (zie pagina 179).
De pagina Ademhalingsconfiguratie openen
1 Selecteer het parametervak voor ademhaling
om direct naar de RESP-set-up te gaan.
of
Selecteer Sensorparameters... in de
hoofdmenubalk > tab Resp om naar de ECG-
set-up te gaan. Als u de tab niet ziet, selecteert
u de volgende twee symbolen in de
rechterbovenhoek van het dialoogvenster:
symbool de knop weergavefilter
178
.
Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System - Bewakingstoepassingen SW VG1
Zie pagina 179 om de gewenste
ademhalingsmodus te selecteren.
WAARSCHUWING
Als u de grootte van de ademhalingscurve in
de modus Handmatig te laag instelt, worden
ondiepe ademhalingen mogelijk niet
meegeteld. Als u de grootte te hoog instelt,
worden cardiale artefacten mogelijk
meegeteld als ademhalingen. Gebruik daarom
altijd de ademhalingsmarkering om de
ademhalingsdetectie bij de gewenste
amplitude te verifiëren.
2 Selecteer de tabs Instellingen 1 en
Instellingen 2 .
Het bovenste gedeelte van de pagina Instellingen
1 bevat de knoppen Auto. inst. en Alarm om de
alarmfuncties te configureren. Zie
"Alarminstellingen van een patiënt configureren"
op pagina 85 voor gedetailleerde informatie om
alarmen in te stellen.