Dräger Infinity M540 Gebruiksaanwijzing pagina 283
Software vg1
Verberg thumbnails
Zie ook voor Infinity M540:
- Gebruiksaanwijzing (448 pagina's) ,
- Gebruiksaanwijzing (298 pagina's) ,
- Gebruiksaanwijzing (356 pagina's)
Advertenties
A
A Een parameter die in de set-upwerkbalk voor
auto weergave met het symbool
gemarkeerd, wordt in het hoofdscherm
weergegeven als een curve en als een
parametervak. Parameters worden in deze
weergavemodus altijd links op de set-
upwerkbalk voor auto weergave afgebeeld.
B Een parameter die in de set-upwerkbalk voor
auto weergave met het symbool
gemarkeerd, wordt in het hoofdscherm alleen
weergegeven als een parametervak.
Parameters worden in deze weergavemodus
altijd in het midden van de set-upwerkbalk voor
auto weergave afgebeeld.
C Een parameter die in de set-upwerkbalk voor
auto weergave met het symbool
gemarkeerd, wordt niet op het hoofdscherm
weergegeven. Parameters worden in deze
weergavemodus altijd rechts op de set-
upwerkbalk voor auto weergave afgebeeld.
binnen de set-up Auto weergave (zie pagina 279)
kunt u het maximumaantal velden voor 'curven' en
'parametervakken' selecteren en de
parameterprioriteit vastleggen. Het aantal
parameters dat u kunt selecteren, hangt af van de
vergrendelde optie.
Als u binnen de set-up Auto weergave
bijvoorbeeld vijf velden voor curven en drie voor
parametervakken selecteert, bestaat de set-
upwerkbalk voor auto weergave uit vijf curvevelden
en drie parametervelden. Als er meer parameters
beschikbaar zijn dan er velden zijn toegewezen
Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System - Bewakingstoepassingen SW VG1
B
C
is
is
is
aan de set-upwerkbalk voor auto weergave, wordt
aan de extra parameters de status 'Niet
weergegeven' toegekend.
OPMERKING
Als de set-upwerkbalk voor auto weergave wordt
weergegeven, kunt u naar de pagina Auto
weergave gaan door de knop Instelling rechts op
de balk voor auto weergave te selecteren.
U kunt de set-upwerkbalk voor auto weergave
weergeven of verbergen (zie pagina 280). U kunt
de weergavemodus van een
parameterweergavemodus wijzigen door de positie
ervan op de set-upwerkbalk voor auto weergave te
veranderen.
De weergavestatus van een parameter wijzigen
1 Selecteer in de set-upwerkbalk voor auto
weergave het veld van de parameter waarvan u
de weergavemodus wilt wijzigen. Het
geselecteerde veld wordt gemarkeerd met een
geel kader.
2 Gebruik de draaiknop om de parameter naar de
gewenste positie op de set-upwerkbalk voor
auto weergave te verplaatsen. De
weergavestatus van de parameter wordt
bepaald door de positie waarnaar u de
parameter verplaatst (let op hoe het symbool
verandert terwijl u aan de knop draait om een
nieuwe positie te selecteren).
Als een parameter bijvoorbeeld is toegewezen
aan de status 'geen weergave'
draaiknop naar links totdat het veld verschijnt in
het 'curvegedeelte' van de set-upwerkbalk voor
auto weergave. Op dat moment verandert het
symbool in het symbool
3 Druk op de draaiknop om uw selectie te
bevestigen. De nieuwe en vorige parameter
veranderen op de set-upwerkbalk voor auto
weergave van plaats, en het scherm wordt
daarbij aangepast.
Alle wijzigingen aangebracht op de set-upwerkbalk
voor auto weergave, worden onmiddellijk
weergegeven binnen de set-up Auto weergave
(zie pagina 279) en omgekeerd.
Systeemconfiguratie
, draait u de
.
283
Advertenties
