Voorbereiding van de patiënt op C.O.-bewaking
De volgende tips leiden tot optimale C.O.-
bewakingsresultaten, maar mogen nooit worden
gebruikt ter vervanging van door het ziekenhuis
goedgekeurde praktijken of aanbevelingen van de
fabrikant.
OPMERKING
De nauwkeurigste resultaten bij gebruik van een
injectaat bij kamertemperatuur verkrijgt u wanneer
u een 10 cc injectaat gebruikt, tenzij dit klinisch is
gecontra-indiceerd.
– Volg de aanbevelingen van de fabrikant. Dräger
Medical raadt u aan vooraf gevulde spuiten of
het gesloten injectaattoevoersysteem te
plaatsen in een ijsbad.
– Controleer het ijsbad regelmatig en voeg ijs toe
om een temperatuur tussen 0 °C (32 °F) en
5 °C (41 °F) te handhaven. Metingen verricht
met de thermodilutiemethode zijn nauwkeuriger
naarmate de injectaattemperatuur dichter bij
0 °C (32 °F) komt.
– Controleer de injectaattemperatuur.
– Controleer de juistheid van het type en de
grootte van de katheter, of van de
berekeningsconstante als Overig als
kathetertype is gekozen.
Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System - Bewakingstoepassingen SW VG1
Hartfunctie (C.O. = Cardiac Output)
– Gebruik een inlijninjectaatsysteem waarbij de
injectaattemperatuur wordt gemeten in het
ijsbad, kunnen fouten introduceren. Deze
fouten doen zich voor omdat de
injectaattemperatuur verandert tussen de
verwijdering ervan uit het ijsbad en de injectie.
– Als u de spuiten handmatig vult, moet u ze
iedere keer met hetzelfde volume vullen. De
aanbevolen hoeveelheid is 10 cc voor
volwassenen en 5 cc voor pediatrische
patiënten. Raak het hoofdgedeelte van de spuit
niet aan om opwarming van het injectaat te
voorkomen.
– Injecteer het volledige volume in één vlugge,
continue beweging.
– Verricht de injectie aan het einde van een
uitademing. Wanneer u opeenvolgende C.O.-
metingen neemt op verschillende punten in de
respiratoire cyclus, levert dat verschillende
metingen op, met name bij patiënten die op
mechanische ventilatieapparaten zijn
aangesloten.
– Verwijder resultaten die sterk afwijken van de
algemene trend, alsmede resultaten die
samenhangen met onregelmatig gevormde
curven.
239