Aan de slag
Een patiënt opnemen
U kunt een patiënt handmatig in de Cockpit
opnemen door de demografische gegevens in te
voeren op de pagina Demografie.
U kunt een patiënt ook via het netwerk opnemen
door de gegevens op te halen uit een HL7/ADT-
interface (zie "Een patiënt opnemen met ZIS
krijgen" op pagina 67). Dit is alleen mogelijk als de
M540 is gekoppeld en het IACS is aangesloten op
het Infinity netwerk en er een Infinity
Suite (Gateway) aanwezig is. De gateway
communiceert met het netwerk en de HL7/ADT-
server.
Wanneer een patiënt wordt opgenomen, wordt het
profiel voor de geselecteerde patiëntcategorie
toegewezen met patiëntinstellingen die eerder zijn
opgegeven. Met profielen worden tijdrovende
configuratietaken geëlimineerd.
WAARSCHUWING
Monitoren in een zorggebied kunnen identiek
lijken, maar verschillende
standaardalarminstellingen hebben omdat er
verschillende profielen aan zijn toegewezen.
Nadat u een patiënt hebt opgenomen, moet u
altijd controleren of de ingestelde
alarmgrenzen geschikt zijn voor de patiënt.
Een patiënt handmatig opnemen
In de volgende stappen verwijzen de letters tussen
haakjes naar het diagram op de pagina
Demografie (zie pagina 65).
1 Raak het meest linkse veld in de kopbalk van de
Cockpit aan om naar de pagina Demografie te
gaan.
of
Selecteer in de hoofdmenubalk de optie Start/
Stand-by... > selecteer zo nodig de tab
Demografie.
66
®
Gateway
Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System - Bewakingstoepassingen SW VG1
2 Geef de patiëntnaam op: gebruik het symbool
(A) naast het veld Naam patiënt om het
toetsenbord op het scherm te activeren en de
naam van de patiënt op te geven (maximaal 25
alfanumerieke tekens).
3 Geef de patiënt-id op: gebruik het symbool (B)
naast het veld Patiënt-id om het toetsenbord
op het scherm te activeren en het id-nummer op
te geven (maximaal 13 alfanumerieke tekens).
4 Geef de naam van de arts op: gebruik het
symbool (C) naast het veld Naam arts om het
toetsenbord op het scherm te activeren en
naam van de arts op te geven (maximaal 13
alfanumerieke tekens).
5 Selecteer de gewenste patiëntcategorie (E) –
Volwassene, Pediatrisch of Neonaat.
6 Geef de geboortedatum op (F): dag, maand,
jaar.
7 Geef de opnamedatum op (G): dag, maand,
jaar.
8 Selecteer het geslacht (H): onbekend, man,
vrouw.
9 Geef het gewicht van de patiënt op: gebruik het
toetsenbordsymbool (I) om het numerieke
schermtoetsenblok te activeren en het gewicht
van de patiënt op te geven (zie pagina 68 voor
ondersteunde gewichtbereiken).
10 Geef de lengte van de patiënt op: gebruik het
toetsenbordsymbool (J) om het numerieke
schermtoetsenblok te activeren en de lengte
van de patiënt op te geven (zie pagina 68 voor
ondersteunde lengtebereiken).