Biomed instellingen – Set-up Naamservice
In de volgende tabel vindt u de instellingen die
beschikbaar zijn binnen de set-up Naam service.
Zie pagina 296 om te weten hoe u deze set-up
opent. Nadat u de gewenste wijzigingen hebt
aangebracht, selecteert u de knop Toepassen (dit
veroorzaakt een kort communicatieverlies met een
gekoppelde M540).
Selectie
ID bewakingsunit
Label
bewakingsunit
Label
zorgeenheid
Apparaatlabel
Ziekenhuislabel
Centrale post
inschakelen
Afstandsbedienin
g inschakelen
Externe stilte
inschakelen
Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System - Bewakingstoepassingen SW VG1
Instellingen
1-255 (stappen van 1)
Maximaal zeven
alfanumerieke tekens met de
Aan (standaard), Uit
Aan (standaard), Uit
Aan (standaard), Uit
Beschrijving
Hiermee kunt u de Cockpit toewijzen aan een
bewakingsunit door een id op te geven met het
toetsenbloksymbool
Hiermee kunt u het overeenkomstige label
voor het netwerk en de registraties opgeven
door het toetsenbordsymbool
Als deze functie is ingeschakeld en er een ICS
op het netwerk is aangesloten, verschijnt het
bericht Niet door centrale bewaakt in de
statusbalk van de Cockpit als de Cockpit niet is
toegewezen aan een ICS.
Als deze functie is uitgeschakeld, er een ICS
op het netwerk is aangesloten en de Cockpit
niet is toegewezen aan het ICS, verschijnt er
geen bericht Niet door centrale bewaakt in
de statusbalk van de Cockpit.
Als deze functie is ingeschakeld, staat de
Cockpit aan andere Infinity-monitoren en het
ICS toe haar gegevens weer te geven en
eenvoudige functies uit te voeren, zoals het
aanvragen van een registratie of het pauzeren
van een alarm.
Als deze functie is ingeschakeld, staat de
Cockpit toe dat alarmen van andere
netwerkapparaten worden gedempt.
Systeemconfiguratie
.
te gebruiken.
301