Ademhalingsmarkeringen
In het volgende diagram ziet u hoe met witte,
verticale markeringen in de ademhalingscurve elke
gedetecteerde ademhaling kan worden
geïdentificeerd. Zie pagina 178 voor meer
informatie om de weergave van
ademhalingsmarkeringen in of uit te schakelen.
De drempelwaarde voor detectie bijstellen en de ademhalingsmarkering
inschakelen
1 Selecteer het parametervak voor ademhaling
om direct naar de Resp-set-up te gaan.
of
Selecteer Sensorparameters... in de
hoofdmenubalk > tab Resp. om naar de Resp-
set-up te gaan.
2 Open zo nodig het tabblad Instellingen 1.
3 Selecteer Aan naast Resp.markeerder.
4 Selecteer Handmatignaast Modus.
5 Selecteer de knop naast Grootte en gebruik de
draaiknop om de laagste waarde te kiezen
waarop de RESP-markeerder verschijnt.
Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System - Bewakingstoepassingen SW VG1
Ademhalingsmarkeringen geven aan op welk
moment een ademhaling is gedetecteerd, niet
wanneer een ademhaling begint of eindigt. Als
ademhalingsmarkeringen ook tijdens een artefact
verschijnen, stelt u de meetmodus voor
ademhaling in op handmatig en stelt u de
drempelwaarde voor ademhalingsdetectie zodanig
bij dat alleen geldige ademhalingen worden
gedetecteerd.
Impedantierespiratie (RFi)
177