Advertenties
VerLICHTInG en sIGnaLen
5
g
Mistlichten voor
Brandende lichten, draai de mid-
delste ring 5 van de schakelaar zo dat het
symbool bij het merkteken 6 staat.
Een controlelampje op het instrumentenpa-
neel licht op.
1.68
(3/3)
5
h
Mistachterlicht
Brandende lichten, draai de
middelste ring 5 van de schakelaar zo dat
het symbool bij het merkteken 6 staat.
Een controlelampje op het instrumentenpa-
neel licht op.
Zodra de weersomstandigheden dit toelaten
moet u het mistachterlicht uitschakelen om
de achter u rijdende weggebruikers niet te
hinderen.
Bij het uitschakelen van de verlichting, gaan
ook de mistlichten voor en achter uit.
6
Bijzonderheid
Gebruik van de mistlichten voor en/of
achter als de automatische werking
van de dimlichten is geactiveerd.
Inschakelen van de mistlichten
De dimlichtstand moet geselecteerd
worden voordat de middelste ring 6 in
de mistlichtstand wordt gedraaid.
Uitschakelen van de mistlichten
Zet de middelste ring 6 terug in stand 0
en draai het einde van de schakelaar 1
van de stand dimlicht in de stand 0 om
de automatische werking van de dimlich-
ten te herstellen.
Advertenties
Hoofdstukken
