POrTIeren OPenen en sLUITen
3
Veiligheid van de kinderen
auto's uitgerust met schakelaar 3 met
ingebouwd lampje
Druk op schakelaar 3 om het bedienen van
de ruiten en het openen van de portieren
achter onmogelijk te maken.
Het oplichten van het lampje in de schake-
laar geeft aan dat de portieren vergrendeld
zijn.
Bijzonderheid
Deze functie schakelt ook de bediening van
de airconditioning achter uit (raadpleeg de
paragraaf "thermostatische airconditioning"
in hoofdstuk 3).
1.8
(vervolg)
Veiligheid inzittenden achter
De bestuurder kan de werking
van de achterportieren en af-
hankelijk van de auto, van de
ruitbediening toestaan door op de scha-
kelaar 3 aan de kant van de tekening te
drukken.
Afhankelijk van de auto, bij een defect:
– er klinkt een piep;
– op het instrumentenpaneel licht een
boodschap op.
– het ingebouwde controlelampje licht
niet op.
Als de accukabels losgemaakt zijn ge-
weest, moet u op de schakelaar 3 aan
de kant van de tekening drukken om de
achterportieren te vergrendelen.
4
auto's zonder schakelaar 3
Een achterportier kan niet van binnenuit
worden geopend als u het knopje 4 omzet.
Controleer of het portier inderdaad niet van
binnenuit geopend kan worden. Herhaal dit
bij het andere achterportier.