THERMOSTATISCHE AIRCONDITIONING
15
17
16
Regeling van de
ventilatiesnelheid bij de
zitplaatsen achterin
(afhankelijk van auto)
Met de schakelaars op elk achterportier kan
de ventilatiesnelheid van de roosters voor
de passagiers achterin geregeld worden.
De indicator B, bestaande uit een aantal
verlichte streepjes, toont de gewenste ven-
tilatiesnelheid.
Druk op de toets 17 om de ventilatiesnelheid
te verhogen.
Druk op de toets 16 om de ventilatiesnelheid
te verlagen.
3.10
(vervolg)
Om de luchtstroom uit de ventilatieroosters
B
van de zitplaatsen achterin uit te schakelen,
drukt u op de toets 16 tot het laatste streepje
van de indicator B is verdwenen.
Om een normale ventilatiesnelheid te her-
stellen (minimumsnelheid bepaald door het
systeem) voor de zitplaatsen achterin, zijn er
twee mogelijkheden:
– na het uitzetten van het contact;
– door een lange druk op de toets AUTO 1
tot het controlelampje A gaat knipperen
(ook als dit al brandde).
Bijzonderheid
Afhankelijk van de auto, als de schakelaar
"kinderveiligheid" is geactiveerd (lampje op
de schakelaar brandt), zijn de bedienings-
panelen van de airconditioning achterin uit-
geschakeld. Het laatste rode streepje op de
indicator B licht op en de ventilatiesnelheid
achterin wordt de minimumsnelheid die be-
paald is door het systeem.
B
Gebruiksomstandigheden
In sommige gevallen (bijvoorbeeld als het
erg warm is in het interieur), en het laatste
rode streepje op de indicator B oplicht, is het
niet mogelijk de ventilatiesnelheid te verho-
gen. Dit wordt weer het geval zodra het rode
streepje uit is.