aCCU: storing
(vervolg)
aansluiting van een acculader
de acculader moet geschikt zijn voor een
accu met een nominale spanning van 12
volt.
Maak bij stilstaande motor beide accukabels
los, te beginnen met de negatieve kabel.
Maak de accukabels nooit los als de motor
draait. Houd u aan de voorschriften van
de fabrikant van de acculader.
Alleen een goed opgeladen en onderhouden
accu heeft een lange levensduur en voor-
komt startproblemen.
Houd de accu schoon en droog.
Laat de capaciteit van de accu regelmatig
controleren:
– Vooral als de auto veel korte (stads-)
ritten maakt.
5.32
– Het is normaal dat de capaciteit bij lage
temperatuur afneemt. Gebruik in de
winter niet meer stroomverbruikers dan u
nodig heeft.
– De accu ontlaadt natuurlijk ook door per-
manente stroomverbruikers (klokje, ra-
diogeheugen en accessoires met perma-
nente voeding).
Sluit accessoires zoveel mogelijk + na con-
tact in plaats van + voor contact aan. Laat
anders een accu met een grotere capaciteit
monteren. Vraag advies aan een merkdea-
ler.
Als u de auto langere tijd, vooral in de winter,
niet gebruikt, maak dan de accukabels los,
of laat de accu regelmatig bijladen. Daarna
moet u apparaten met een geheugen (radio,
boordcomputer, enz.) wel opnieuw program-
meren. Bewaar de accu op een koele, droge
vorstvrije plaats.
Voor bepaalde accu's gelden
speciale voorwaarden bij het
laden, raadpleeg uw merkdea-
ler.
De geringste vonk kan een zware explo-
sie veroorzaken. Daarom mag u de accu
alleen in een goed geventileerde ruimte
opladen. Risico van ernstige verwondin-
gen.