SLePen: pech
1
2
3
Steek de card geheel in de kaartlezer
zodat het stuurwiel wordt ontgrendeld
en de remlichten, richtingaanwijzers enz.
gebruikt kunnen worden. 's nachts moet
de auto verlicht zijn.
Houd u altijd aan de wettelijke bepalingen
inzake het slepen. Als u de trekkende auto
bent, overschrijd dan niet het maximaal
toegelaten aanhangergewicht van uw auto
(raadpleeg de paragraaf "Massa's" in hoofd-
stuk 6).
5.36
4
5
Gebruik uitsluitend de sleeppunten
voor 1 en achter 4 (en nooit de aandrijf-
assen of enig ander deel van de auto). Het
sleepoog mag alleen gebruikt worden om de
auto mee te slepen: het mag in geen geval
gebruikt worden om de auto direct of indirect
aan op te hijsen.
Bij stilstaande motor werken de
stuur- en rembekrachtiging niet
meer.
Toegang tot de sleeppunten
Maak het kapje 2 of 5 los.
Gebruik het sleepoog uit de gereedschap-
set (raadpleeg de paragraaf "gereedschap"
in hoofdstuk 5).
Schroef het sleepoog 3 zo ver mogelijk
vast: eerst met de hand en daarna met de
wielsleutel die u vindt in de gereedschapset.
Het sleepoog 3 is opgeborgen in de ge-
reedschapset (raadpleeg de paragraaf
"Gereedschap" in hoofdstuk 5).
3
Haal de RENAULT card niet uit
de lezer tijdens het slepen.
Laat nooit gereedschap in de
auto rondslingeren. Dit is ge-
vaarlijk als u plotseling moet
remmen.