AUTOMATISCHE TRANSMISSIE
Bijzondere omstandigheden
– Als door de helling van de weg of in
bochten de automatische werking niet
gehandhaafd kan worden (bijv.: in de
bergen), is het raadzaam om op hand-
matig schakelen over te gaan.
Hiermee voorkomt u het automatisch
achter elkaar schakelen door de versnel-
lingsbak bij stijgen en is het mogelijk op
de motor te remmen bij lange afdalingen.
– Om bij koud weer te voorkomen dat de
motor afslaat, raden wij u aan na het star-
ten van de motor even te wachten voor-
dat u de selecteurhendel verplaatst uit P
of N naar D of R.
– Bij een auto zonder tractiecontrole is
het beter om, op een glad wegdek of bij
weinig grip, over te gaan op handmatig
schakelen en de tweede versnelling in te
schakelen voordat u wegrijdt, om te voor-
komen dat de wielen doorslippen.
(vervolg)
Parkeren van de auto
Als de auto stilstaat, houdt u het rempedaal
ingedrukt en zet u de selecteurhendel in
stand P (parkeren): de transmissie staat in
neutraal en de voorwielen zijn mechanisch
geblokkeerd.
Controleer of de automatische parkeer-
rem goed vastgezet is (raadpleeg para-
graaf "parkeerrem" in hoofdstuk 2).
2.41