ACHTERSTOELEN: afstellingen
4
3
2
Vooruit of achteruit schuiven
van de stoel
Zet de hendel 2, de handgreep 3 omhoog of
trek aan de riem 6.
Laat de schakelaar los als de zitting in de ge-
wenste stand staat, deze moet vergrendelen
in de dichtstbijzijnde inkeping. Controleer of
de stoel goed vergrendeld is.
Zorg dat tijdens het bewegen
van de achterstoelen, er niets
het verankeren kan hinderen
(lichaamsdeel, dier, steentje,
doek, speelgoed, enz.).
3.36
6
5
Verstellen van de rugleuning
– Beweeg de hendel 4 en stel de helling
van de rugleuning af.
of
– Beweeg de riem 5 en stel de helling van
de rugleuning af.
Stand "tafelblad"
Als de rugleuning geheel tegen het zitkus-
sen is geklapt, kan hij gebruikt worden als
tafelblad.
Het is raadzaam om deze afstellingen
alleen uit te voeren als de auto stilstaat.