ZekeRInGen
1
2
Zekeringkastje 3
Als een elektrisch apparaat niet werkt, con-
troleert u eerst de staat van de zekeringen.
Open het deksel 1 en til de klep 2 omhoog.
Raadpleeg de sticker op het deksel en de
verklaring op de volgende bladzijde voor
het bepalen van de te controleren zekering
onder de klep 2.
Gebruik niet de ongebruikte plaatsen op de
zekeringplaat om reservezekeringen in te
steken.
5.28
3
4
Controleer de betreffende ze-
kering en vervang hem, indien
nodig, door een zekering met
hetzelfde amperage als de
oorspronkelijke zekering.
Door een te sterke zekering kan de be-
drading te heet worden en kan brand
ontstaan als een elektrisch orgaan door
een storing te veel stroom verbruikt.
Trek met het tangetje 4 de zekering los die u
wilt controleren.
U kunt de zekering uit het tangetje schuiven.
Afhankelijk van de wetgeving of uit voor-
zorg:
Zorg dat u altijd reservelampen en zeke-
ringen in uw auto heeft, een merkdealer
kan u deze leveren.
4