Controlelampje in de dakconsole
Airbag deactiveren 3 53, 3 83.
Overzicht
9
Generieke waarschuwing
3 81
Richtingaanwijzer 3 82
O
Gordelverklikker 3 82
X
Airbags en gordelspanners
v
3 82
Airbag deactiveren 3 83
*
Laadsysteem 3 83
p
Storingsindicatielamp 3 83
Z
Instrumenten en bedieningsorganen
Remsysteem 3 84
R
Slijtage van remblokken
F
3 84
Antiblokkeersysteem (ABS)
u
3 84
Transmissie 3 84
s
[Ò Schakelen 3 85
Hellingrem 3 85
Z
r Ultrasoonparkeerhulp 3 85
Elektronische stabiliteitsrege‐
R
ling 3 85
Koelvloeistoftemperatuur
$
3 86
Voorverwarmen 3 86
!
Roetfilter 3 86
%
w
Bandenspanningscontrole‐
systeem 3 87
Motoroliedruk 3 87, Motor‐
I
olie verversen 3 88
Motoroliepeil laag 3 88
S
Te laag brandstofpeil 3 88
$
Brandstoffilter aftappen
U
3 89
Startbeveiliging 3 89
d
Stop-startsysteem 3 89
Æ
Buitenverlichting 3 89
8
Storing rijverlichting 3 89
µ
C
Grootlicht 3 90
Mistlamp 3 90
>
Mistachterlicht 3 90
ø
Cruise control 3 90
m
(
Portier open 3 90
Generieke waarschuwing
9 brandt geel.
Afhankelijk van de modelvariant kan
controlelamp 9 afzonderlijk of in
combinatie met Æ 3 89, t 3 89,
Z 3 85 of r 3 85 branden.
Als 9 in combinatie met I 3 88
brandt: motor onmiddellijk afzetten en
de hulp van een werkplaats inroepen.
Bij een storing in controlelamp v voor
airbags en gordelspanners 3 82
licht 9 op.
81