Verlichtingsfuncties
Uitstapverlichting
Indien aanwezig, gaan de koplampen
gedurende ongeveer 30 seconden
branden nadat de auto geparkeerd en
het systeem geactiveerd is.
Inschakelen
1. Ontsteking uitschakelen.
2. Contactsleutel verwijderen.
3. Richtingaanwijzerhendel naar het
stuurwiel toe trekken.
4. Doe dat binnen twee minuten
nogmaals.
Deze handeling kan tot zevenmaal
worden herhaald tot een maximale
duur van 210 seconden.
Controlelamp 8 3 89 op de instru‐
mentengroep gaat bij gebruik bran‐
den. Afhankelijk van de versie kan er
een waarschuwingsbericht op het
Driver Information Center verschijnen
3 90.
Uitschakelen
Trek langer dan twee seconden aan
de richtingaanwijzerhendel om uit te
schakelen.
Ontlaadbeveiliging accu
Om ervoor te zorgen dat de motor
betrouwbaar opnieuw start, zijn er
diverse ontlaadbeveiligingsfuncties
accu als onderdeel van het Stop/
Start-systeem geïmplementeerd,
bijv. sommige lichten worden na
enige tijd automatisch uitgeschakeld.
Stop/Start-systeem 3 116.
Verlichting
105