106
Klimaatregeling
Klimaatregeling
Onderhoud ................................. 111
aanzetten ............................... 112
Service .................................... 112
Klimaatregelsystemen
Verwarmings- en
ventilatiesysteem
Bedieningsorganen voor:
● temperatuur
● luchtdebiet
● luchtverdeling
Achterruitverwarming Ü 3 33.
Verwarmde voorstoelen ß 3 39.
Temperatuur
rood
: warm
blauw : koud
De verwarming werkt pas optimaal
als de motor de normale bedrijfstem-
peratuur heeft bereikt.
Luchtdebiet
● Draaiknop voor temperatuur in
● Luchtdebiet op hoogste stand
zetten.
● Luchtverdeelschakelaar op V
zetten.