Rijden en bediening
Rijtips ......................................... 113
Sturen ...................................... 114
Parkeren .................................. 119
bak ............................................. 121
bak ............................................. 122
Storing ..................................... 126
Remmen .................................... 126
Handrem .................................. 127
(ESC) ...................................... 130
temen ......................................... 131
Brandstof ................................... 134
aardgas .................................. 136
Tanken .................................... 136
uitstoot ................................... 138
Trekhaak .................................... 139
Rijden en bediening
Rijtips
Controle over de auto
Nooit laten vrijlopen wanneer de
motor niet draait (uitgezonderd
tijdens Autostop)
Veel systemen werken dan niet meer
(bijv. rembekrachtiger, stuurbekrach-
tiging). Als u op deze manier rijdt,
brengt u uzelf en anderen in gevaar.
Alle systemen werken tijdens een
Autostop, maar er is wellicht een
gecontroleerde vermindering in de
stuurbekrachtiging en de rijsnelheid is
verlaagd.
Stop/Start-systeem 3 116.
Pedalen
Om de pedalen ongehinderd te
-
2
kunnen bedienen geen matten onder
de pedalen leggen.
Gebruik alleen vloermatten die goed
passen en met de houders aan
bestuurderszijde bevestigd zijn.
113