116
Rijden en bediening
Controlelamp 9 licht op als de brand‐
stofblokkeerschakelaar wordt geacti‐
veerd en, afhankelijk van de versie, er
kan ook een bijbehorend waarschu‐
wingsbericht op het Driver Informa‐
tion Center verschijnen 3 90.
Controlelamp generieke waarschu‐
wing 9 3 81.
Let op
Daarbij wordt de auto automatisch
ontgrendeld en branden de waar‐
schuwingsknipperlichten en de inte‐
rieurverlichting.
Draai de contactsleutel in de stand 0
om ontladen van de accu te voorko‐
men en raadpleeg onmiddellijk een
werkplaats. Laat de auto inspecteren
op lekken in de motorruimte, onder de
auto en bij de brandstoftank.
Brandstofblokkeersysteem terugzet‐
ten en met de auto kunnen rijden:
1. Contactsleutel naar stand 1
draaien 3 114.
2. Schakel de richtingaanwijzer
rechts geheel in 3 101.
3. Deactiveer de richtingaanwijzer
rechts.
4. Schakel de richtingaanwijzer links
geheel in.
5. Deactiveer de richtingaanwijzer
links.
6. Herhaal de stappen 2, 3, 4 en 5.
7. Contactsleutel naar stand 0
draaien.
9 Gevaar
Laat een eventuele geur van
brandstof in de auto of een brand‐
stoflek door een werkplaats
verhelpen. Zet het brandstofblok‐
keersysteem niet terug, om kans
op brand te vermijden.
Berichten brandstofsysteem 3 96.
Uitrol-brandstofafsluiter
De brandstoftoevoer wordt automa‐
tisch afgesloten bij het uitrollen,
d.w.z. wanneer u met een ingescha‐
kelde versnelling onder het rijden het
gas loslaat.
Afhankelijk van de omstandigheden
wordt de uitrol-brandstofafsluiter
mogelijk uitgeschakeld.
Stop/Start-systeem
Het Stop/Start-systeem helpt brand‐
stof besparen en uitlaatemissies
beperken. Wanneer de omstandighe‐
den het toelaten, schakelt het de
motor uit van zodra de auto langzaam
rijdt of stilstaat, bijv. voor een
verkeerslicht of in een file. Het start de
motor automatisch zodra u het
koppelingspedaal bedient.
Een accusensor zorgt ervoor dat een
Autostop alleen wordt uitgevoerd, als
de accu voldoende opgeladen is om
opnieuw te kunnen starten.
Inschakelen
Het Stop/Start-systeem is beschik‐
baar van zodra de motor is gestart, de
auto is vertrokken en er aan de hier‐
onder opgegeven omstandigheden
voldaan is.