174
Verzorging van de auto
4. Elektrische verbruikers (bijv.
koplampen, achterruitverwar‐
ming) van de stroom ontvan‐
gende auto inschakelen.
5. Bovenstaande procedure bij het
verwijderen van de kabels in de
omgekeerde volgorde volgen.
Trekken
Auto slepen
Til de kap voorzichtig met een schroe‐
vendraaier eraf. Plaats ter voorko‐
ming van schade een doek tussen de
schroevendraaier en het frame.
Het sleepoog is opgeborgen bij het
boordgereedschap 3 160.
Sleepoog inschroeven en tot aan de
aanslag in horizontale stand vast‐
draaien.
Sleepkabel – beter is een sleepstang
– aan sleepoog bevestigen.
Voorzichtig
Het sleepoog mag alleen worden
gebruikt om te slepen en niet om
de auto te bergen.
Ontsteking inschakelen om het stuur‐
slot te ontgrendelen en remlichten,
claxon en voorruitwisser te kunnen
bedienen.
Zet de keuzehendel in neutraal.
De handrem loszetten.
Let op
Als bij auto's met geautomatiseerde
versnellingsbak (MTA) de Neutral-
stand niet kan worden geselecteerd,
mag de auto alleen met de aandrijf‐
wielen van de grond af worden
gesleept.
Voorzichtig
Langzaam wegrijden. Schok‐
kende bewegingen vermijden.
Buitensporige trekkrachten
kunnen de auto beschadigen.