Motor starten
● Sleutel naar stand 1 draaien.
● Stuurwiel iets verdraaien om het
stuurslot te ontgrendelen.
● Trap de koppeling en rem in.
● Geautomatiseerde versnellings‐
bak: rem intrappen, de versnel‐
lingsbak schakelt automatisch
naar N (neutraal).
● Trap het gaspedaal niet in.
● Dieselmotoren: draai de sleutel
naar stand 1 voor het voorgloeien
en wacht totdat de controle‐
lamp ! dooft.
● Sleutel kort naar stand 2 draaien
en loslaten.
Motor starten 3 115.
Kort en bondig
Stop/Start-systeem
Als de auto langzaam rijdt of stilstaat
en aan bepaalde voorwaarden is
voldaan, activeer dan een Autostop
zoals hieronder beschreven:
● Het koppelingspedaal intrappen.
● Schakel de neutraalstand in.
● Laat het koppelingspedaal los.
Een Autostop wordt aangegeven
wanneer ^ op het Driver Information
Center verschijnt 3 90.
Om de motor te herstarten, moet u het
koppelingspedaal opnieuw bedienen.
Stop/Start-systeem 3 116.
17