● Nooit onder een opgekrikte auto
kruipen.
● Opgekrikte auto niet starten.
● Reinig vóór het vastschroeven
van de wielmoeren de moeren en
het schroefdraad met een
schone doek.
9 Waarschuwing
Vet de wielbout, de wielmoer en
de conus van de wielmoer niet in.
1. Wielmoerdoppen met een schroe‐
vendraaier loswippen en verwij‐
deren. Trek de wieldop met
geschikt gereedschap eraf.
2. Plaats de wielsleutel goed en
draai elke wielmoer met een halve
slag los.
3. Er zijn hefpunten voor en achter
op de auto.
Verzorging van de auto
4. Zet de krik op de vereiste hoogte.
Zet deze zo onder het krikpunt dat
losschieten onmogelijk is.
Plaats de krik goed en draai eraan
totdat het wiel van de ondergrond
loskomt.
5. Draai de wielmoeren los.
6. Wiel verwisselen. Reservewiel
3 170.
7. Draai de wielmoeren erop.
8. Auto laten zakken.
9. Plaats de wielsleutel, en let er
daarbij op dat deze stevig vastzit
en haal de wielmoeren kruislings
169