Verlichting
Rijverlichting ................................ 99
Rijverlichting
Lichtschakelaar
Lichtschakelaar draaien:
§ : uit / dagrijlicht
9 : zijmarkeringslichten / koplam-
pen
Controlelamp 8 3 89.
Achterlichten
De achterlichten branden samen met
het dim-/grootlicht en de zijmarke-
ringslichten.
Verlichting
Grootlicht
Om van dimlicht naar grootlicht om te
schakelen, duwt u tegen de hendel.
Aan de hendel trekken om het
dimlicht in te schakelen.
Trek afhankelijk van de versie de
hendel naar het stuurwiel om te scha-
kelen tussen groot- en dimlicht.
Lichtsignaal
Lichtsignaal activeren door de hendel
naar u toe te trekken.
99