13. Technische specificaties
13.1 Druk
Voordruk
De Hydro MPC boostersystemen kunnen werken met een posi-
tieve voordruk (voorgeladen druksysteem) of met een negatieve
voordruk (d.w.z. vacuüm aan het spruitstuk aan de zuigzijde).
We adviseren u in de volgende situaties de voordruk te bereke-
nen:
•
Water wordt door lange leidingen getransporteerd.
•
Water wordt van grote diepte aangevoerd.
•
De zuigcondities zijn slecht.
In dit document wordt de term "voordruk" gedefini-
eerd als de druk die of het vacuüm dat direct voor het
boostersysteem kan worden gemeten.
Zorg dat er een minimale voordruk aan de zuigzijde van het boos-
tersysteem is om cavitatie te vermijden. De minimale voordruk in
bar kan als volgt worden berekend:
-5
ps
> Hv + ρ x g x 10
x NPSH + Hs - pb
De vereiste minimale voordruk in bar af te lezen van
ps
=
een drukmeter aan de zuigzijde van het boostersy-
steem.
Hv
= Dampdruk van de verpompte vloeistof in bar
ρ
= Dichtheid van de verpompte vloeistof in kg/m
g
= Versnelling t.g.v. de zwaartekracht in m/s
Netto Positieve Zuighoogte (NPSH) in meter opvoer-
hoogte. De NPSH kan worden afgelezen uit de NPSH-
NPSH =
curve bij de maximale capaciteit waarmee de pomp
draait. Zie de installatie- en bedieningsinstructies voor
CM pompen.
Hs
= Veiligheidsmarge is gelijk aan minimaal 0,1 bar.
Barometrische druk in bar. Normale barometrische
pb
=
druk is 1,013 bar.
Maximale voordruk
Zie de CR, CRI, CRN installatie- en bedieningsinstructies
(96462123) die bij dit boostersysteem worden geleverd.
Bedrijfsdruk
Standaard is de maximale werkdruk 16 bar.
Op aanvraag levert Grundfos Hydro MPC boostersystemen met
een maximale werkdruk die hoger is dan 16 bar.
13.2 Temperaturen
Vloeistoftemperatuur:
0 tot 60 °C.
Omgevingstemperatuur: 0 tot 40 °C.
13.3 Relatieve vochtigheid
Maximaal 95 %.
13.4 Geluidsbelasting
Zie de installatie- en bedieningsinstructies voor de CR pompen.
De geluidsbelasting kan voor een aantal pompen als volgt wor-
den berekend:
Lmax
= Lpomp + (n - 1) x 3
Lmax
= Maximale geluidsdrukniveau
Lpomp = Geluidsbelasting van één pomp
n
= Aantal pompen
70
13.5 Elektrische gegevens
Voedingsspanning
Zie het typeplaatje.
Reserverzekering
Zie het bedradingsschema dat bij het systeem is geleverd.
Digitale ingangen
Open-kring spanning
Gesloten-kring stroom
Frequentiebereik
Analoge ingangen
Ingangsstroom en spanning
Tolerantie
Herhalingsnauwkeurigheid
Ingangsweerstand, stroom
Ingangsweerstand, spanning,
CU 352
3
.
Ingangsweerstand, spanning,
2
.
IO 351
Voeding naar sensor
Digitale uitgangen (relaisuitgangen)
Maximale contactbelasting 240 VAC, 2 A
Minimale contactbelasting
Alle digitale uitgangen zijn potentiaalvrije relaiscontacten.
Ingangen voor PTC-sensor of thermische schakelaar
Voor PTC-sensoren overeenkomstig DIN 44082. Thermische
schakelaars kunnen ook worden aangesloten.
Open-kring spanning
Gesloten-kring stroom
24 VDC
5 mA, DC
0-4 Hz
Alle digitale ingangen worden met PELV spanning
geleverd (Protective Extra-Low Voltage = extra lage
veiligheidspanning).
0-20 mA
4-20 mA
0-10 V
± 3,3 % van de volle schaal
± 1 % van de volledige schaal
< 250 Ω
50 kΩ ± 10 %
> 50 kΩ ± 10 %
24 V, maximaal 50 mA, bevei-
ligd tegen kortsluiting
Alle analoge ingangen worden geleverd met PELV
voltage (Protective Extra-Low Voltage).
5 VDC, 10 mA
Sommige uitgangen hebben een gewone C klem.
Voor meer informatie, zie het bedradingsschema dat
bij het boostersysteem is geleverd.
12 VDC ± 15 %
2,6 mA, DC
Ingangen voor PTC-sensoren zijn elektrisch geschei-
den van de andere ingangen en uitgangen van het
boostersysteem.