8. Functies
8.1 Functiestructuur
De functies hangen af van de systeemconfiguratie.
1. Status
1. Status
3.1
Actuele alarmen
1.2
Systeem
1.2.1 Bedrijfsmodus
1.2.2 Setpoint
1.2.3 Setpoint-beïnvloeding
1.2.4 Gemeten waarden
1.2.5 Analoge ingangen
1.2.6 Log-grafiek
1.2.7 Batterijstatus, (indien beschikbaar)
1.3
Pomp 1
1.4
Pomp 2
1.5
Pomp 3
1.6
Pomp 4
1.7
Pomp 5
1.8
Pomp 6
1.9
Jockey pomp
1.11 Elektrisch overzicht
Uitleg bij de vier menu's
Status
Dit menu toont alarmmeldingen, status van het systeem en een grafiek met gelogde gegevens.
Opmerking: Er zijn geen instellingen mogelijk in dit menu.
Bedrijf
In dit menu kunt u de belangrijkste parameters instellen, zoals setpoint, bedrijfsmodus, regelmodus en regeling voor afzonderlijke pom-
pen.
Alarm
Dit menu geeft een overzicht van alarmmeldingen en waarschuwingen. U kunt in dit menu alarmmeldingen en waarschuwingen resetten.
Instellingen
In dit menu kunt u diverse functies instellen:
• Primaire regelaar
PI-regelaar, Alternatieve setpoints, Externe setpoint-beïnvloeding, Primaire opnemer, Secundaire sensor, Klokprogramma, Proportio-
nele druk, S-systeem configuratie, Setpoint verhoging/verlaging.
• Cascaderegeling pomp
Min. tijd tussen start/stop, Max. aantal starts/uur, Aantal standby-pompen, Geforceerde pompwisseling, Testdraaien pomp, Stoppo-
ging pomp, Toerental bij starten en stoppen van pomp, Min. capaciteit, Compensatie voor opstarttijd van de pomp.
• Secundaire functies
Stop functie, Geleidelijke drukopbouw, Dig. ingangen, Analoge ingangen, Digitale uitgangen*, Analoge uitgangen, Telleringangen,
Noodbedrijf, Min., max. en door gebr. ingesteld bedrijf, Pompcurvegegevens, Besturingsbron, Vastgestelde voordruk, Inschatting van
debiet, Gereduceerd bedrijf, Instellingen multisensor.
• Bewakingsfuncties
Droogloopbeveiliging, Min. druk, Max. druk, Externe storing, Limiet 1 overschreden, Limiet 2 overschreden, Pompen buiten werkge-
bied, Drukvermindering, Log-waarden, Storing, primaire sensor, Keerklep.
• Functies, CU 352
Displaytaal, Eenheden, Datum en tijd, Wachtwoord, Ethernet, GENIbus-nummer Software status, Weergave 1, Weergave 2, Weer-
gave 3.
* Als een IO 351 is geïnstalleerd.
12
2. Bedrijf
2. Bedrijf
2.1
Verdere instellingen
2.1.1 Systeem bedrijfsmodus
2.1.2 Regelmodus
2.1.3 Alternatieve setpoints
2.1.4 Individuele pompregeling
2.1.4.12
Pomp 1-6
2.1.4.7
Jockey pomp
3. Alarm
3. Alarm status
3.1 Actuele alarmen
3.2 Alarm logboek
3.3 Contactinformatie voor service
Vervolg op pagina
13