3.2.4 Expansiekoppelingen
Breng expansiekoppelingen aan om de volgende redenen:
•
om uitzettingen of krimp in de leidingen, veroorzaakt door ver-
anderende vloeistoftemperatuur, te absorberen
•
om mechanische invloeden door drukpieken in de leidingen te
verminderen
•
om mechanisch contactgeluid in de leidingen te isoleren
(alleen rubberen balgexpansiekoppelingen).
Installeer geen expansiekoppelingen om te compen-
seren voor onnauwkeurigheden in de leidingen,
zoals flenzen die uit het midden gepositioneerd zijn.
Plaats expansiekoppelingen op een afstand van minimaal 1 tot 1
1/2 maal de nominale flensdiameter van het spruitstuk aan de
zuig- en perszijde. Dit voorkomt de ontwikkeling van turbulentie in
de expansiekoppelingen, en resulteert in betere zuigcondities en
een minimaal drukverlies aan de perszijde.
Afb. 3 Voorbeelden van rubberen balgexpansiekoppelingen
zonder en met begrenzingsstangen
Expansiekoppelingen met begrenzingsstangen kunnen worden
gebruikt om de krachten te minimaliseren die worden veroorzaakt
door de expansiekoppelingen. We raden altijd expansiekoppelin-
gen met begrenzingsstangen aan voor flenzen groter dan DN
100.
De leidingen dienen zodanig verankerd te zijn dat ze de expan-
siekoppelingen en de pomp niet onder spanning zetten. Volg de
instructies van de leverancier en geef deze door aan adviseurs of
leidinginstallateurs.
3.2.5 Het vooraf vullen van het membraanvat, indien van
toepassing
Als een membraanvat is aangesloten op het systeem, vult u het
vat vooraf met stikstof tot een druk van:
Hydro MPC-E en -F:
0,7 x het setpoint.
Hydro MPC-S:
0,9 x het setpoint.
Gebruik stikstof om corrosie te voorkomen.
4
3.3 Elektrische installatie
LET OP
Elektrische schok
Licht of middelzwaar persoonlijk letsel
- De elektrische installatie dient door een goedge-
keurde installateur te worden uitgevoerd in over-
eenstemming met de lokale regelgeving en het bij-
behorende bedradingsschema.
- Schakel de voedingsspanning uit en vergrendel de
netschakelaar met een hangslot om er zeker van
te zijn dat de voedingsspanning niet per ongeluk
kan worden ingeschakeld.
•
De elektrische installatie van het boostersysteem moet over-
eenkomen met beschermingsklasse IP54.
•
Controleer of de voeding en frequentie overeenkomen met de
waarden die op het typeplaatje vermeld staan.
•
Zorg er voor dat de doorsnede van de geleiders overeenkomt
met de specificaties van het bedradingsschema.
•
Als het systeem niet kan worden geïnstalleerd met de
stroomonderbreker op minimaal 0,6 m boven serviceniveau
(grondniveau), installeert u het systeem met een externe
stroomonderbreker die voldoet aan EN 60204-1, paragraaf
5.3.2. Het systeem moet worden geleverd met een middel dat
vergrendeling in de OFF-stand (geïsoleerd) mogelijk maakt.
Op basis van een risicobeoordeling door de installateur of
eindgebruiker, moet het apparaat worden geïnstalleerd in een
positie die in overeenstemming is met EN 60204-1, paragraaf
5.3.4. Het systeem moet worden aangesloten op een extern
noodstopapparaat of een uitschakelapparaat voor
noodgevallen in overeenstemming met de vereisten van EN
ISO 13850.
4. Het product in bedrijf nemen
Nadat u de mechanische en elektrische installatie beschreven in
paragrafen
3.2 Mechanische installatie
heeft uitgevoerd, gaat u als volgt te werk:
latie
1. Schakel de elektriciteitstoevoer in.
2. Wacht tot het eerste display verschijnt.
3. De eerste keer dat de CU 352 wordt ingeschakeld, leidt een
opstartwizard de gebruiker door de basisinstellingen.
4. Volg de instructies in elk display.
5. Als de wizard gereed is, controleer dan dat alle pompen zijn
ingesteld op "Auto" in het menu "Status".
6. Ga naar het menu "Bedrijf".
7. Selecteer de bedrijfsmodus "Normaal" en druk op [OK].
8. Het systeem is nu gereed voor gebruik.
en
3.3 Elektrische instal-