Inhoudsopgave
Advertenties
12. Opsporen van storingen
WAARSCHUWING
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
- Schakel de voedingsspanning gedurende mini-
maal vijf minuten uit voordat u werkzaamheden
gaat uitvoeren aan het product.
- U dient er zeker van te zijn dat de voedingsspan-
ning niet per ongeluk kan worden ingeschakeld.
Storing
1. De pompen werken niet.
2. De pompen starten, maar
stoppen onmiddellijk. De
werkdruk wordt niet
bereikt.
3. Het boostersysteem is
gestopt en kan niet herstar-
ten.
4. Instabiele watertoevoer
vanuit het boostersysteem.
5. De pompen werken, maar
leveren geen water.
6. Het boostersysteem kan
het setpoint niet bereiken.
7. Lekkage van de asafdich-
ting.
8. Geluid.
9. Zeer frequent starten en
stoppen.
Mogelijke oorzaak
a) De actuele druk is hoger dan of gelijk aan
het setpoint.
b) De voedingsspanning is uitgeschakeld.
c) De hoofdschakelaar is uitgeschakeld.
d) De hoofdschakelaar is defect.
e) De motorbeveiliging is geactiveerd.
f)
De motor is defect.
g) De druksensor is defect.
h) De kabel is stuk of er is kortsluiting.
a) Watertekort of geen voordruk.
a) De druksensor is defect.
b) De kabel is stuk of er is kortsluiting.
c) De voedingsspanning van de CU 352 is uit-
geschakeld.
d) De CU 352 is defect.
a) De voordruk is te laag.
b) De zuigleiding, zeef of pompen zijn gedeel-
telijk verstopt door verontreinigingen.
c) De pompen zuigen lucht aan.
d) De druksensor is defect.
a) De afsluiters zijn gesloten.
b) De zuigleiding of pompen zijn verstopt door
verontreinigingen.
c) De keerklep is geblokkeerd in de gesloten
stand.
d) De zuigleiding lekt.
e) Er bevindt zich lucht in de zuigleiding of
pompen.
a) Het verbruik is te hoog.
b) Te veel reservepompen geselecteerd.
c) Er is sprake van een leidingbreuk of lekkage
in het systeem.
a) De asafdichting is defect.
b) De hoogteregeling van de pompas is niet
nauwkeurig.
a) De pompen caviteren.
b) De pompen kunnen niet vrij roteren (wrij-
vingsweerstand) door onnauwkeurige
hoogte-instelling van de pompas.
a) De voordruk van het membraanvat is niet
juist.
Oplossing
Wacht tot de druk gedaald is of verlaag de druk aan
de perszijde van het boostersysteem. Controleer of
de pomp worden ingeschakeld.
Schakel de elektriciteitstoevoer in.
Schakel de hoofdschakelaar in.
Vervang de hoofdschakelaar.
Neem contact op met Grundfos.
Herstel of vervang de motor.
Vervang de druksensor. Sensoren met uitgangssig-
nalen van 0-20 mA of 4-20 mA worden bewaakt door
het boostersysteem.
Herstel of vervang de kabel.
Herstel de toevoer van water naar het boostersy-
steem. Wanneer de voordruk opnieuw is ingesteld,
worden de pompen na 15 seconden opnieuw inge-
schakeld.
Vervang de druksensor. Sensoren met uitgangssig-
nalen van 0-20 mA of 4-20 mA worden bewaakt door
het boostersysteem.
Herstel of vervang de kabel.
Schakel de elektriciteitstoevoer in.
Neem contact op met Grundfos.
Controleer de zuigleiding en de zeef, indien aanwe-
zig.
Reinig de zuigleiding, zeef of pompen.
Controleer de zuigleiding op lekkages.
Vervang de druksensor.
Open de afsluiters.
Reinig de zuigleiding of pompen.
Reinig de keerklep. Controleer of de terugslagklep
vrijelijk beweegt.
Controleer de zuigleiding op lekkages.
Ontlucht en vul de pompen. Controleer de zuigleiding
op lekkages.
• Verlaag het verbruik, indien mogelijk.
• Installeer een groter boostersysteem.
Verminder het aantal reservepompen.
Controleer het systeem en repareer de beschadigde
onderdelen indien nodig.
Vervang de asafdichting.
Pas de ashoogte opnieuw aan.
Reinig de zuigleiding of pompen en mogelijk de zeef.
Pas de ashoogte opnieuw aan.
Stel de correcte voordruk in.
69
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
