7. Bedieningspaneel
Het bedieningspaneel op de voorzijde van de besturingskast
heeft een display, een aantal knoppen en twee signaallampjes.
Het bedieningspaneel maakt handmatige instelling en bewaking
van de capaciteit van het systeem mogelijk.
CU 352
1
Afb. 9 Bedieningspaneel
Pos.
Beschrijving
1
Display
2
Pijl naar rechts
3
Help
4
Omhoog
5
Omlaag
6
Plus
7
Min
8
Terug
9
Home
10
OK
11
Signaallampje, bedrijf (groen)
12
Signaallampje, storing (rood)
13
Helderheid
10
2
3
5
4
6
7
8
9
10
11
13
12
7.1 Display
D
Afb. 10 Display-indeling
7.1.1 Menubalk
De menubalk (A) wordt weergegeven in afb. 10.
Het display heeft vier hoofdmenu's:
Status
Aanduiding van de systeemstatus
Bedrijf
Wijziging van gebruiksparameters zoals setpoint
Alarm
Alarmlogboek voor het opsporen van storingen
Instellingen Wijzigen van instellingen (wachtwoord als optie)
7.1.2 Hoofdbalk
De hoofdbalk (B) wordt weergegeven in afb. 10. Deze laat het
volgende zien:
•
het displaynummer en de titel (linkerzijde)
•
het geselecteerde menu (linkerzijde)
•
het symbool
in geval van alarm (rechterzijde)
•
het symbool
in geval van waarschuwing (rechterzijde)
•
het symbool
als de servicetaal is geselecteerd (rechter-
zijde)
•
het symbool
als er een actieve ethernetverbinding is.
7.1.3 Grafische afbeelding
De grafische afbeelding (D) kan een status, een aanduiding of
andere elementen tonen, afhankelijk van de positie in de menus-
tructuur.
De afbeelding kan het volledige systeem tonen, of een deel daar-
van, alsmede diverse instellingen.
7.1.4 Scrollbalk
Als de lijst met afbeeldingselementen niet in het display past, zul-
len de symbolen
en
rechts in de scrollbalk verschijnen.
Ga met deze symbolen omhoog en omlaag in lijsten.
7.1.5 Onderste balk
De onderste regel (C) toont de datum en tijd.
A
B
C