8.7.8 Secundaire sensor (4.1.5)
Afb. 49 Secundaire sensor
Beschrijving
De functie is ontworpen om de regeling via constante druk te opti-
maliseren, waarbij sprake is van een hoog dynamisch wrijvings-
verlies. Deze functie maakt het mogelijk een primaire sensor op
te nemen op het kritische punt in het systeem.
De sensor moet hard op de regelaar worden aangesloten en fun-
geert als primaire sensor, waardoor deze gebruikmaakt van de
normale instelling voor "Setpoint".
De "Secundaire sensor" is dan de "lokale" sensor die op het
boosterspruitstuk wordt geplaatst dicht bij de besturingskast.
Bij een storing aan de "Primaire opnemer", neemt de "Secundaire
sensor" het automatisch over met behulp van het opgegeven
"Setpoint". Het verschil tussen het setpoint van de "Primaire
opnemer" en de "Secundaire sensor" is gelijk aan de totale druk-
verliezen tussen de twee sensoren bij maximaal debiet.
Instelbereik
•
Functie Ingeschakeld of Uitgeschakeld
1. Instelling van analoge ingang
2. Instelling van "Gemeten waarde van secundaire sensor"
3. Instelling van "Setpoint"
Instelling via bedieningspaneel
•
Instellingen > Primaire regelaar > Secundaire sensor
1. Schakel de functie in.
2. Definieer de analoge ingang die wordt gebruikt voor "Secun-
daire sensor".
3. Definieer "Gemeten waarde van secundaire sensor".
4. Definieer "Setpoint" voor de werking van "Secundaire sensor".
8.7.9 Klokprogramma (4.1.6)
Afb. 50 Klokprogramma
Beschrijving
Met de functie kunt u setpoints en de dag en tijd van activering
instellen. U kunt ook dag en tijdstip van de uitschakeling van het
systeem instellen.
Als het klokprogramma is gedeactiveerd, blijft het setpoint van
het programma actief.
Er zijn minimaal twee gebeurtenissen vereist bij het
activeren van het klokprogramma: één om het
systeem te starten en één om het systeem te stop-
pen.
Als de multisensor-functie is ingeschakeld, heeft
deze een hogere prioriteit dan het klokprogramma
dat wordt genegeerd.
Instelbereik
•
Activering en instelling van gebeurtenis.
Afb. 51 Gebeurtenis 1
Instelling via bedieningspaneel
•
Instellingen > Primaire regelaar > Klokprogramma.
1. Schakel de functie in.
2. Selecteer één van de tien gebeurtenissen, en schakel deze in.
3. Selecteer: Normaal of Stop. Sla stap 4 over als u "Stop" selec-
teert.
4. Stel in: Setpoint, gesl.kring.
5. Stel in: Tijd, Uren, Minuten.
6. Selecteer de dag van de week wanneer de instellingen geacti-
veerd dienen te worden.
7. Selecteer: Actief.
8. Herhaal stappen 2 t/m 7 als meerdere gebeurtenissen moeten
worden ingeschakeld.
Opmerking: Er kunnen maximaal tien gebeurtenissen worden
ingesteld.
9. Druk op
.
10. Selecteer: Actief.
Fabrieksinstelling
De functie is uitgeschakeld.
33