Instelbereik
Start/stop-bereik:
5-30 %
2-50 % van het nominale debiet (Qnom)
van één van de pompen. (Dit kan alleen
Minimaal debiet:
worden ingesteld als directe debietme-
ting door middel van een debietmeter is
geselecteerd.)
Verdeling boven set-
0-100 %.
point:
Instelling via bedieningspaneel
Systeem zonder debietschakelaar of debietmeter
•
Instellingen > Secundaire functies > Stop functie.
•
Selecteer: Actief.
1. Stel in: Start/stop band.
2. Selecteer: Ga naar instelling van debietstop parameters.
Afb. 72 Stop parameters
3. Selecteer één van de stopparameters. Als u "Aangepaste
instellingen" selecteert, dan moet u de parameters instellen
die worden getoond in afb. 73. Zie de onderstaande voorbeel-
den.
Afb. 73 Aangepaste instellingen
Vuistregel: Toerental verlaging = 2 x drukverschil
voor gradiënt.
42
Voorbeeld 1: De stoplimiet, Qmin, verhogen (hoog debiet
limiet)
•
Verhoog "Drukverschil voor gradiënt".
•
Verlaag "Tijdsverschil voor gradiënt (pomp gestopt)".
•
Verlaag "Tijdsverschil voor gradiënt (pomp draait)".
•
Verhoog "Toerental verlaging".
Voorbeeld van verhoogde stop limiet
Parameter
Drukverschil voor gradiënt
Tijdsverschil voor gradiënt (pomp gestopt)
Tijdsverschil voor gradiënt (pomp draait)
Toerental verlaging
Voorbeeld 2: Verlagen van de stoplimiet, Qmin (limiet laag
debiet)
•
Verlaag "Drukverschil voor gradiënt".
•
Verhoog "Tijdsverschil voor gradiënt (pomp gestopt)".
•
Verhoog "Tijdsverschil voor gradiënt (pomp draait)".
•
Verlaag "Toerental verlaging".
Voorbeeld van verlaagde debietlimiet
Parameter
Drukverschil voor gradiënt
Tijdsverschil voor gradiënt (pomp gestopt)
Tijdsverschil voor gradiënt (pomp draait)
Toerental verlaging
De stoplimiet hangt af van de grootte van de tank.
Alternatieve ingang
Als u "Alternatieve ingang" selecteert, berekent de regelaar de
stopparameters op basis van de volgende invoer:
•
setpoint van systeem
•
totale tankinhoud
•
voordruk
•
gewenst stopdebiet.
Afb. 74 Alternatieve ingang
Waarde
6 %
1,5 seconden
2,0 seconden
10 %
Waarde
3 %
15,0 seconden
25,0 seconden
6 %