Instelling via bedieningspaneel
Analoge ingangen moeten correct zijn ingesteld
voordat de functie wordt ingeschakeld. Zie paragraaf
8.7.29 Analoge ingangen
•
Instellingen > Bewakingsfuncties > Limiet 1 overschreden /
Limiet 2 overschreden > Ga naar instelling van analoge
ingang.
1. Selecteer analoge ingang.
2. Selecteer: Te bewaken ingangswaarde. Display 4.3.8.1.1 ver-
schijnt.
3. Selecteer ingang.
4. Druk op
.
5. Stel de minimale en maximale sensorwaarde in.
6. Druk op
x 2.
7. Selecteer: Te bewaken ingangswaarde.
8. Selecteer ingang.
9. Druk op
.
10. Selecteer:
•
Min. limiet of Max. limiet.
•
Stel vertragingen in.
11. Druk op
.
12. Selecteer:
•
Stel waarschuwingslimiet in
•
Actief.
13. Stel limiet in.
14. Selecteer resetten: Handmatig of Auto.
15. Druk op
.
16. Selecteer:
•
Stel waarschuwingslimiet in
•
Actief.
17. Stel limiet in.
18. Selecteer resetten: Handmatig of Auto.
19. Druk op
.
20. Selecteer: Actief.
Fabrieksinstelling
De functie is uitgeschakeld.
(4.3.8).
8.7.57 Pompen buiten werkgebied (4.4.7)
Afb. 112Pompen buiten werkgebied
Beschrijving
De functie geeft een waarschuwing als het werkpunt van de pom-
pen buiten het opgegeven bereik komt te liggen. Bijvoorbeeld als
de voordruk lager wordt dan de minimaal toegestane waarde,
waardoor er bij sommige pomptypen het risico op cavitatie ont-
staat.
De waarschuwing wordt gegeven met een ingestelde tijdsvertra-
ging. U kunt instellen of de waarschuwing automatisch of hand-
matig gereset moet worden wanneer het werkpunt weer binnen
het opgegeven werkgebied komt te liggen. U kunt ook instellen
dat een relaisuitgang wordt geactiveerd wanneer de waarschu-
wing wordt afgegeven en wordt gedeactiveerd wanneer de waar-
schuwing is gereset.
Deze functie vereist dat de persdruk en de voordruk (gemeten
dan wel berekend) of het drukverschil over de pompen wordt
bewaakt, en dat de CU 352 de juiste pompgegevens bevat vanuit
een GSC-bestand of door handmatige invoer. Zie paragraaf
8.7.41 Pompcurvegegevens
(4.3.19).
Instelbereik
•
Instelling van handmatige of automatische reset.
•
Instelling van waarschuwingsvertraging.
Instelling via bedieningspaneel
•
Instellingen > Bewakingsfuncties > Pompen buiten werkge-
bied > Handmatig / Auto > Stel waarschuwingsvertraging in.
Fabrieksinstelling
De functie is uitgeschakeld.
59