8.7.49 Droogloopbeveiliging (4.4.1)
Afb. 104Droogloopbeveiliging
Beschrijving
Droogloopbeveiliging is één van de belangrijkste bewakingsfunc-
ties, aangezien de lagers en asafdichtingen beschadigd kunnen
worden wanneer de pompen droog lopen. Daarom adviseren wij
altijd droogloopbeveiliging te gebruiken.
De functie is gebaseerd op bewaking van de voordruk of het
niveau in een eventueel aanwezig vat of put aan de zuigzijde.
Niveauschakelaars, drukschakelaars of analoge sensoren die
laagwater bij een ingesteld niveau signaleren, kunnen worden
gebruikt.
Er zijn drie verschillende methoden voor het detecteren van laag-
water:
•
Drukschakelaar op de zuighoofdleiding of vlotterschakelaar/
elektroderelais in het toevoervat. Zie paragraaf
niveauschakelaar
(4.4.1.1).
•
Meting van de voordruk in het spruitstuk aan de zuigzijde door
een analoge druksensor. Zie paragraaf
druk
(4.4.1.2).
•
Meting van het niveau in de toevoertank door een analoge
niveausensor. Zie paragraaf
(4.4.1.3).
Instelling via bedieningspaneel
•
Instellingen > Bewakingsfuncties > Droogloopbeveiliging >
Selecteer methode.
8.7.50 Druk/
8.7.51 Meting, voor-
8.7.52 Meting, vatniveau
8.7.50 Druk/niveauschakelaar (4.4.1.1)
Afb. 105Druk/niveauschakelaar
Beschrijving
De functie wordt hoofdzakelijk gebruikt in boostertoepassingen.
Droogloopbeveiliging kan gebeuren door een drukschakelaar op
de zuighoofdleiding of een niveauschakelaar in een vat aan de
zuigzijde.
Wanneer het contact open is, dan zal de CU 352 laagwater regi-
streren na een vertraging van ongeveer 5 seconden. U kunt
instellen of de aanduiding een waarschuwing is of een alarm dat
de pompen stopt.
Opnieuw inschakelen en resetten van alarmmeldingen kunt u
automatisch of handmatig instellen.
Instelbereik
•
Selectie van digitale ingang voor de functie.
•
Reactie in geval van laagwater: Alarm + stop.
•
Herstarten: Handmatig of Auto.
Instelling via bedieningspaneel
•
Instellingen > Bewakingsfuncties > Droogloopbeveiliging >
Druk/niveauschakelaar > Ga naar instelling van digitale
ingang. Display
Dig. ingangen (4.3.7)
1. Stel de ingang in op droogloopbeveiliging.
2. Druk op
.
3. Selecteer:
•
Waarschuwing of Alarm + stop.
•
Handmatig of Auto.
Fabrieksinstelling
Deze instelling wordt in de opstartwizard gemaakt en is afhanke-
lijk van de toepassing.
verschijnt.
55