8.7.35 Uitgangsignaal (4.3.10.1 - 4.3.10.3)
Afb. 86 Uitgangsignaal
Beschrijving
U kunt de onderstaande parameters selecteren.
Instelbereik
•
0-100 % signaal
•
Debiet 1-6
•
Voordruk
•
Persdruk
•
Externe druk
•
Drukverschil, pomp
•
Tankniveau, perszijde
•
Tankniveau, zuigzijde
•
Systeemdruk
•
Drukverschil, extern
•
Totale voordruk
•
Drukverschil, inlaat
•
Drukverschil, uitlaat
•
Temp. retourleiding, extern
•
Temperatuur toevoerleiding
•
Temperatuur retourleiding
•
Temperatuurverschil
•
Omgevingstemperatuur
•
Vermogen, systeem
•
Vermogen, pomp 1-6
•
Vermogen, jockeypomp
•
Vermogen, VFD
•
Toerental, pomp 1-6
•
Toerental, jockeypomp
•
Stroom, pomp 1-6
•
Stroom, jockeypomp
•
Specifieke energie
Instelling via bedieningspaneel
•
Instellingen > Secundaire functies > Ga naar instelling van
analoge ingang.
1. Selecteer analoge uitgang en bereik.
2. Selecteer: Parameter.
Display 4.3.10.2 verschijnt.
3. Selecteer uitgang.
4. Druk op
.
5. Stel in: Signaalbereik.
48
8.7.36 Telleringangen (4.3.11)
Afb. 87 Telleringangen
Beschrijving
U kunt de CU 352 instellen op het accumuleren van een ver-
pompt volume aan de hand van een digitale watermeter.
Instelling via bedieningspaneel
1. Selecteer digitale ingang voor volumeteller
2. Definieer eenheid (eenheid van volume per digitale
ingangspuls).
3. Definieer schaal van aantal pulsen.
Dit menu wordt alleen weergegeven als een IO-
module 351B is aangesloten op de CU 352.
8.7.37 Min., max. en door gebr. ingesteld bedrijf (4.3.14)
Afb. 88 Min., max. en door gebr. ingesteld bedrijf
Beschrijving
Met de functie kunt u de pompen in open regelkring laten werken
bij een ingestelde capaciteit.
Instelbereik
Met de CU 352 kunt u wisselen tussen drie bedrijfsmodi:
1.
Min. bedrijf
(4.3.14.1).
2.
Max. bedrijf
(4.3.14.2).
3.
Door gebr. ingesteld bedrijf
Voor elk van deze bedrijfsmodi kunt u het aantal
pompen in bedrijf en de pompcapaciteit (toerental)
instellen.
(4.3.14.3).