Inhoudsopgave
Advertenties
8.5.6 Pomp 1-6 (2.1.4.1 - 2.1.4.6)
Afb. 34 Pomp 1-6
Beschrijving
Het display wordt getoond voor de afzonderlijke pompen en
maakt het mogelijk om een bedrijfsmodus in te stellen.
Instelbereik
U kunt "Auto" of "Handmatig" selecteren evenals de bedrijfsmo-
dus van de pomp voor handbediening: "Max.", "Normaal", "Min."
of "Stop". Voor pompen op netvoeding kunt u alleen "Normaal" of
"Stop" selecteren.
Instelling via bedieningspaneel
•
Bedrijf > Verdere instellingen > Individuele pompregeling.
1. Selecteer pomp.
2. Selecteer resetten: Auto of Handmatig.
3. Handmatig: Selecteer bedrijfsmodus.
Normaal: Stel het setpoint in.
Fabrieksinstelling
Auto.
24
8.5.7 Regeling van de jockey pomp(2.1.4.7)
Afb. 35 Regeling van de jockey pomp
Beschrijving
Het display wordt alleen getoond bij systemen die geconfigureerd
zijn met een jockeypomp.
U kunt de bedrijfsmodus en het setpoint voor de jockeypomp
instellen.
Instelbereik
Auto
Selecteer deze modus als de jockeypomp moet worden gebruikt
als reservepomp. Als de jockeypomp wordt geselecteerd als
reservepomp, wordt deze ingeschakeld als de hoofdpompen op
een toerental van 100 % werken maar toch het setpoint niet kun-
nen bereiken of vasthouden.
Het setpoint van de jockeypomp kan worden ingesteld op
dezelfde waarde als van de hoofdpompen door "Use system set-
point" te selecteren, of op een andere waarde.
Handmatig
Max., Normaal, Min., Stop.
Instelling via bedieningspaneel
•
Bedrijf > Verdere instellingen > Individuele pompregeling >
Jockey pomp.
Selecteer resetten: Auto of Handmatig.
Auto
1. Selecteer of de pomp ook moet worden gebruikt als reserve-
pomp (alleen mogelijk als het systeem niet al een reserve-
pomp heeft).
2. Selecteer "Use system setpoint" of voer een setpoint in.
Handmatig
1. Selecteer bedrijfsmodus.
2. Normaal: Stel het setpoint in.
Fabrieksinstelling
Auto.
Gebruik setpoint van systeem.
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
