8.7.42 Besturingsbron (4.3.20)
Afb. 97 Besturingsbron
Beschrijving
Het systeem kan op afstand geregeld worden via een externe
busverbinding (optie). Zie paragraaf
meer informatie zie paragraaf
8.8
Selecteer de besturingsbron. Dit is de CU 352 of de externe bus-
verbinding.
Instelling via bedieningspaneel
•
Instellingen > Secundaire functies > Besturingsbron.
Fabrieksinstelling
De besturingsbron is de CU 352.
8.7.43 Vastgestelde voordruk (4.3.22)
Afb. 98 Vastgestelde voordruk
Beschrijving
De functie wordt alleen gebruikt wanneer er geen voordruksensor
is geplaatst in het systeem en de voordruk vast en bekend is.
Als het boostersysteem een vaste voordruk heeft, kunt u deze op
de display invoeren zodat de CU 352 de capaciteit en de regeling
van het systeem kan optimaliseren.
Instelbereik
Een vaste voordruk kan worden ingesteld, en de functie kan wor-
den in- en uitgeschakeld.
Instelling via bedieningspaneel
•
Instellingen > Secundaire functies > Vastgestelde voordruk.
•
Selecteer: Ingeschakeld of Uitgeschakeld.
•
Stel in: Vastgestelde voordruk.
Fabrieksinstelling
De functie is uitgeschakeld.
52
. Voor
7. Klik op [Toepassen].
Datacommunicatie.
8.7.44 Inschatting van debiet (4.3.23)
Afb. 99 Inschatting van debiet
Beschrijving
Zoals beschreven in paragraaf
kan de CU 352 het bedrijf optimaliseren aan de hand van
(4.3.19)
capaciteitscurves en motorgegevens. Op dit display kunt u curve-
typen selecteren die, mits beschikbaar, de CU 352 zal gebruiken
voor de optimalisatie.
Bij grote debieten kan het zijn dat er aanzienlijke verliezen in de
opvoerhoogte optreden tussen de persflens van de pomp en de
druksensor. Deze verliezen worden veroorzaakt door de terug-
slagkleppen en bochten in de leidingen. Om de debietinschatting
van het systeem te verbeteren, is compensatie van het verschil
tussen de gemeten en het actuele drukverschil van de pomp
noodzakelijk. Dit wordt gedaan door de verliezen in opvoerhoogte
in terugslagkleppen en bochten in de leidingen bij het nominale
debiet van één pomp in te voeren.
Instelbereik
•
2e graads QH polynoom
•
5e graads QH polynoom
•
Vermogenspolynoom, QP
•
Verlies in opvoerhoogte.
Het is mogelijk om meerdere curvetypen te selecte-
ren, aangezien de CU 352 de prioriteit vaststelt op
basis van de beschikbare gegevens.
Instelling via bedieningspaneel
•
Instellingen > Secundaire functies > Inschatting van debiet.
Fabrieksinstelling
Alle polynomen zijn geselecteerd.
8.7.41 Pompcurvegegevens